Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2015
Opus 267 van L. Verschueren Orgelbouw, gereed gekomen in maart 1952. Adviseur was dr. W. Kerssemakers. Hub. Houët heeft het orgel ingespeeld. Op 23 maart 1955 werd het instrument weer in gebruik genomen nadat het aanzienlijk was uitgebreid door Verschueren als opus 337. Hierbij is de Doublette 2′ van het tweede manuaal naar het eerste verplaatst. Het elektro-pneumatische kegelladen-orgel is in 1997/1998 gerestaureerd door de firma Elbertse.
Dispositie:
Hoofdwerk: C – g3
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Doublette 2′
Mixtuur III-IV sterk
Trompet 8′ – 1956
Zwelwerk: C – g3
Tolkaan 8′ – 1956
Holpijp 8′
Prestant 4′ – 1956
Baarpijp 4′
Zwitsersepijp 2′ – 1956
Sesquialter II sterk – 1956
Kromhoorn 8′ – 1956
Pedaal: C – f1
Subbas 16′
Octaafbas 8′
Gedektbas 4′
Prestantbas 4′
Koppelingen:
Manuaal I – Manuaal II
Manuaal I – Manuaal II 16′
Manuaal I – Manuaal II 4′
Pedaal – Manuaal I
Pedaal – Manuaal II
Pedaal – Manuaal II 4′
Speelhulpen:
1 vrije combinatie
4 vaste combinaties
Automatisch piano-pedaal