Foto’s: Tjalling Roosjen © 2011
In 1728 bouwde Martin Carouge een fraai orgel voor de Église Collégiale Notre-Dame van Arbois. In 1795 is het orgel naar de kerk van Saint-Just overgeplaatst. In de loop van de tijd is het orgel gewijzigd (o.a. door Daublaine-Callinet in 1854, Merklin & Schütze in 1863 en Roethinger in 1929). In 1970 restaureerde Philippe Hartmann het instrument, waarbij echter de dispositie ongemoeid bleef. Sinds de laatste restauratie door Bernard Aubertin in de jaren 1982-1985 verkeert het orgel weer in de oorspronkelijke toestand. De toonhoogte van het orgel is a’ = 390Hz. De stemmingstemperatuur is onevenredig zwevend.
Dispositie:
Grand Orgue: CD – d3 Montre 8′, Bourdon 8′, Montre 4′, Flûte 4′, Nazard 2 2/3′, Doublette 2′, Tierce 1 3/5′, Cornet 5 rangs (discant), Fourniture 3 rangs, Cymbale 3 rangs, Trompette 8′ (B/D), Voix Humaine 8′, Clairon 4′.
Positif: c – d3 Bourdon 8′, Montre 4′, Nazard 2 2/3′, Doublette 2′, Tierce 1 3/5′, Larigot 1 1/3′, Fourniture 4 rangs, Trompette 8′ (discant), Cromorne 8′ (B/D).
Écho: CD – d3 Bourdon 8′, Prestant 4′, Flageolet 1′, Cornet 3 rangs, Cromorne 8′.
Pédale: C – g1 (met Ravalement (tongwerken)) Bourdon 16′, Flûte 8′, Prestant 4′, Nazard 2′, Fourniture 3 rangs, Trompette 12′, Clairon 6′.
Koppelingen: Accouplement du Positif au Grand Orgue.
Speelhulpen: Tremblant Doux, Tremblant à Vent Perdu.