Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2015
Het oorspronkelijke Mitterreither-orgel werd in 1800 geplaatst in de Rooms-Katholieke Kerk van Brielle. Het bevond zich in de boedel van Mitterreither, die in 1800 overleden was. Het is in 1790 gemaakt, en had 9 registers. In 1878 plaatste Van den Haspel het instrument over naar de Hervormde Kerk te Sleeuwijk. Dhr. H.E. Verschoor schonk het orgel aan de kerk. Op Tweede Kerstdag werd het in gebruik genomen met een bespeling door de organist J. Dekker uit Werkendam. In Sleeuwijk deed het tot 1936 dienst, waarna H.W. Flentrop het na een grondige revisie in de Doopsgezinde Kerk van West-Knollendam plaatste.
In 1973 sloot de deze kerk haar deuren. Voor het orgel kon niet direct een goede bestemming worden gevonden. Er waren plannen voor plaatsing in de Doopsgezinde Kerk te Nieuwendam, maar in 1973 is de orgelkas door Hubert Schreurs in de Doopsgezinde Kerk “Het Lam” in Amsterdam opgesteld. Na de restauratie van het oude kerkje van Bokhoven, werd er gezocht naar een historisch orgel voor deze ruimte. Met de aankoop van het Mitterreither-orgel uit West-Knollendam is hierin voorzien. Waarschijnlijk heeft het orgel nu ook een definitieve standplaats gekregen. Het is door de firma Blank uit Herwijnen gerestaureerd, en kon op 27 maart 1983 in gebruik worden genomen met een bespeling door de adviseur tijdens de restauratie, Hans van der Harst.
In 2012 is het orgel door de firma Van Eeken gerestaureerd.
Dispositie:
Manuaal: C – e”’
Bourdon 16′ (discant)
Holpijp 8′ (gedeeld)
Viola di Gamba 8′ (discant)
Prestant 4′
Fluit 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Nachthoorn 2′ (bas)
Cornet III sterk (4′) (discant)
Pedaal: C-f°
Aangehangen