Foto: Lorenzo Ferreri, CC-BY-SA 4.0 (Wikimedia Commons)
Giovanni Battista & Francesco Maria (Fratelli) Concone bouwden in 1752 een nieuw mechanisch springladen-orgel voor de Chiesa di San Genesio Martire in Corio (Torino) Piemonte, Italië.
Giovanni & Giacinto Bruna di Miagliano bouwden het orgel in 1796 om waarbij het ook werd uitgebreid. In 1841 volgden reparatie en ombouwwerkzaamheden en een uitbreiding die werden uitgevoerd door Luigi Concone e Figli di Torino. In 1846 en 1849 werd het orgel gerepareerd door een onbekende orgelmaker. In 1953 werd het orgel omgebouwd door Carlo Serratrice. Marco Renolfi restaureerde het orgel in 2004-2006. Het instrument heeft 848 pijpen, 18 stemmen, 1 manuaal en een aangehangen pedaal.
Dispositie:
Manuale: C – g3 (56 toetsen)
Principale 8′
Ottava 4′ Bassi
Ottava 4′ Soprani
Decimaquinta 2′
Decimanona 1.1/3′
Vigesimaseconda 1′
Vigesimasesta 2/3′
Vigesimanona 1/2′
Voce umana 8′[10]
Sesquialtera in XII 2.2/3′[11]
Sesquialtera in XVII 1.3/5′[12]
Flauto in ottava 4′
Flagioletto 2′
Cornetto 2 file 4′[13]
Flauto 8′ Soprani[14]
Violoncello 8′ Bassi[15]
Pedale: C – f° (18 toetsen)
Contrabbassi con ottave 16’+8′[16]
Timpani[17