Foto’s: Frank Heye © 2022
Het orgel werd oorspronkelijk omstreeks 1750 gebouwd door Petrus Van Peteghem uit Gent voor de kerk van Sint-Jacob op de Coudenberg te Brussel. Het was een orgeltje met één klavier. Doordat de algemene regeringsraad van het Oostenrijks bewind zich wilde huisvesten in de gebouwen van de abdij, werd deze prompt opgeheven. In 1786 kocht de parochie van Destelbergen het orgel dat geplaatst werd in de pas nieuw gebouwde kerk.
Het instrument raakt inmiddels in verval en werd in 1885 gerestaureerd, getransformeerd en uitgebreid door Charles Anneessens uit Menen. Het werd geromaniseerd en aangepast aan de muzikale smaak van die tijd. Er werden twee zijtorens toegevoegd en het instrument beschikte toen over 2 klavieren en een pedaal met een pneumatische tractuur.
In 1950 werd het orgel voor een tweede maal getransformeerd. Het werd electro-pneumatisch gemaakt, gereinigd en voorzien van een nieuwe speeltafel door de firma Verschueren uit Heythuysen in Limburg. Er werd een mixtuur en een trompet toegevoegd.
In 1995-1996 werd het orgel voor de derde maal grondig gereinigd, uitgebreid en volledig opnieuw geïntoneerd door Etienne De Munck uit St. Niklaas onder het advies van Frank Heye, de huidige titularis.
In 2003 werd een fagot 16’ bijgeplaatst in het pedaal.
In 2016 werd de oude elektronica uit de jaren ’50 vernieuwd. Het orgel beschikt nu over een Setzercombinatiesysteem van de firma Laukhuff uit Duitsland. Er werd ook een generale crescendo aangebracht.
Dispositie:
Pedaal: C – f1 subbas 16, bas 8, fluit 4, trompet 8, schalmei 4, fagot 16’.
GO: C – g3 bourdon 16, prestant 8, fluit 8, bourdon 8, prestant 4, fluit 4, octaaf 2, mixtuur III-IV, Trompet 8.
Reciet: C – g3 gamba 8,voix céleste 8, holpijp 8, fluit 4, prestant 4, octaaf 2, nazard 2 2/3, terts 1 3/5, Tertscymbel, hobo, schalmei.
Speelhulpen: graduele zweltrede, Generale crescendo, tremulant, Setzercombinatiesysteem.
Koppelingen: I+II, P+I, P+II, I+II 16’, I+II 4’, P+I 4’