Foto’s: Peter Sneep. Info: Peter Doorn.
Ede, Proosdijkerk (Nederlands Gereformeerd)
Naamplaatje bouwer ontbreekt (schroefgaten waar het plaatje heeft gzeten zijn zichtbaar) Bouwer: Leeflang, 1955
Er waren plannen het orgel uit te breiden.
Op de vorige speeltafel zaten extra registerwippers. Op het hoofdwerk kwam er een octaaf 2 en een Schalmei 8 bij. Op het nevenwerk kwam er een Musette 8 bij die afgeleid zou worden van de Schalmei. Op het pedaal was een akoestische Holquintadeen 32 aangebracht. Voorbereid waren plekken voor een Fagot 16 en een, wederom afgeleide Basson 8.
Voor al deze uitbreidingen is niet gekozen. Er is een andere speeltafel geplaatst door de firma Kaat en Tijhuis. tevens is toen de veel te wijde Trechterfluit vervangen door een roodkoperen Fluit 4.
Alle mensuren zijn erg wijd, dit valt te verklaren door de slechte akoestiek. Qua draagkracht is het orgel in die zin niet slecht.
De dispositie:
Manuaal I (C-g’’’)
Holquintadena 16 Praestant 8 Roerfluit 8 Octaaf 4 Mixtuur 5 st. 2′ |
Manuaal II (C-g’’’)
Baarpijp 8 Salicionaal 8 Fluit 4 Nachthoorn 2 Tertiaan 2 st. 2/3 Tremulant |
Pedaal (C-f’)
Subbas 16 Holquintadena 16 Openbas 8 Bourdon 8 Koraalbas 4 |
Koppels
I+II; P+I; P+II; I+I 4 Vrije combinatie Vaste combinaties: P, MF, F, Tutti; oplosser Stemming: Evenredig zwevend |