Foto: Onbekend
In 1867 bouwde Philipp Furtwängler & Söhne een nieuw mechanisch sleepladen-orgel voor de Stephanuskirche in Egestorf. De originele frontpijpen werden in 1917 gevorderd ten behoeve van de oorlogsindustrie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze zijn later door zinken exemplaren vervangen. In 1952 heeft de firma Weißenborn de dispositie gewijzigd. Een eerste restauratie werd in 1972 uitgevoerd door de firma Hillebrand. Hierbij zijn de zinken pijpen vervangen door nieuwe tinnen frontpijpen. In 1998 voerde Franz Rietzsch een nieuwe restauratie uit, met als doel de oorspronkelijke situatie geheel te herstellen. Rietzsch heeft een nieuwe tweede windlade voor het pedaal gemaakt, waarop de tongwerken werden geplaatst. Op de plek van de Trompete op de oorspronkelijke windlade van het pedaal, plaatste hij een Choralbaß 4′.
Dispositie:
Hauptwerk: C – f3
Bordun 16′ (vanaf F) – 1998
Prinzipal 8′ – 1867/1972
Gamba 8′ – 1867/1998
Rohrflöte 8′
Gedacktflöte 4′
Octav 4′
Octav 2′
Mixtur 4 fach – 1867/1998
Nebenwerk: C – f3
Lieblich Gedackt 8′
Salicional 8′
Spitzflöte 4′
Waldflöte 2′ – 1972/1998
Pedal: C – d1
Subbaß 16′
Prinzipalbaß 8′
Choralbaß 4′ – 1998
Posaunenbaß 16′ – 1998
Trompetenbaß 8′ – 1972/1998
Overige registers:
Cimbelstern
Koppelingen:
Hauptwerk – Nebenwerk
Pedal – Hauptwerk