Ekaterinburg (Екатеринбу́рг), Philharmonia

Foto’s: Bert Wisgerhof © 2008

In 1973 bouwde de firma Wilhelm Sauer Orgelbau een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektro-pneumatische registertractuur voor de Philharmonia in Ekaterinburg (Sverdlovsk Oblast) Rusland. Het instrument is onlangs gerestaureerd, mogelijk door de firma Klais. Er is een nieuwe speeltafel geplaatst.

Dispositie:

Hauptwerk: Pommer 16′, Prinzipal 8′, Koppelflöte 8′, Oktave 4′, Kleingedackt 4′, Oktave 2′, Waldflöte 2′, Zinken 3 fach, Mixtur 5-6 fach, Zimbel 3 fach, Fagott 16′, Trompete 8′, Schalmey 4′, Tremulant.
Oberwerk: Holzprinzipal 8′, Holzgedackt 8′, Quintadena 8′, Prästant 4′, Rohrflöte 4′, Oktave 2′, Quinte 1 1/3′, Oktävlein 1′, Sesquialter 2 fach, Scharff 4 fach, Tremulant.
Schwellwerk: Bordun 16′, Holzprinzipal 8′, Gedacktflöte 8′, Salizional 8′, Oktave 4′, Nachthorn 4′, Quinte 2 2/3′, Blockflöte 2′, Terz 1 3/5′, Septime 1 1/7′, Spitzflöte 1′, Quintan 1 1/3’+8/9”, Mixtur 5-7 fach, Basson 16′, Oboe 8′, Helltrompete 4′, Tremulant.
Pedal: Prinzipalbaß 16′, Subbaß 16′, Gedacktbaß 16′, Oktavbaß 8′, Pommer 8′, Hohlflöte 4′, Rohrpfeife 2′, Groß-Sesquialter 3 fach, Hintersatz 6 fach, Posaune 16′, Bombarde 8′, Kopftrompete 4′, Singend Kornett 2′.
Koppelingen: Hauptwerk – Oberwerk, Hauptwerk – Schwellwerk, Oberwerk – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Oberwerk, Pedal – Schwellwerk.
Speelhulpen: 4 freie Kombinationen, 2 freie Pedalkombinationen, Pleno, Tutti, Crescendowalze.