Foto: BSonne, CC-BY-SA 3.0 (Wikimedia Commons)
Rudolf von Beckerath bouwde in 2009 een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur, elektro-pneumatische registertractuur, 45 stemmen, 3 manualen en een vrij pedaal voor de ehemalige Stiftskirche Mariä Himmelfahrt in Garsten (Oberösterreich) Oostenrijk. Het pedaalklavier is concaaf.
Dispositie:
I. RÜCKPOSITIV (C – a3) 58 TOETSEN: Gedackt 8′, Quintade 8′, Principal 4′, Rohrflöte 4′, Sesquialtera II, Waldflöte 2′, Quinte 1 1/3′, Scharff IV 1′, Cromorne 8′, Tremulant.
II. HAUPTWERK (C – a3) 58 TOETSEN: Bordun 16′, Principal 8′, Rohrflöte 8′, Gamba 8′, Flute Harm. 8′, Octave 4′, Spitzflöte 4′, Quinte 2 2/3′, Superoctave 2′, Cornet V 8′, Mixtur VI 1 1/3′, Trompete 16′, Trompete 8′, Tremulant.
III. SCHWELLWERK (C – a3) 58 TOETSEN: Violprinzipal 8′, Salicional 8′, Bourdon 8′, Voix Celeste 8′, Fugara 4′, Flute oct. 4′, Nazard 2 2/3′, Octavin 2′, Tierce 1 3/5′, Plein Jeu V 2′, Basson 16′, Trompette Harm. 8′, Hautbois 8′, Chimes, Tremulant.
PEDAL (C – g1) 32 TOETSEN: Untersatz 32′, Principal 16′, Subbaß 16′, Oktavbaß 8′, Gedacktbaß 8′, Choralbaß 4′, Hintersatz 2 2/3′, Posaune 16′, Trompete 8′.
OVERIGE REGISTERS: Cymbelstern, Nachtigall.
KOPPELINGEN: Elektronisches Koppelsystem mit folgenden Koppeln. RP/HW; SW/HW; SW/RP; RP/P; HP/P; SW/P; SW/HW 16’; SW/HW 4’; SW/SW 16’; SW/SW 4’; SW/P 4’.
SPEELHULPEN: Elektronisches Setzersystem mit 30000 Kombinationen, Crescendotritt auf 60 Stufen programmierbar, Zungen – und Mixturenabsteller, Tutti als feste Kombination.