Lamspringe, Klosterkirche Sankt Adriani und Dionysii

Foto: Ansichtkaart

In de jaren 1693-1696 bouwde Andreas Schweimb een orgel voor de kloosterkerk van Lamspringe. Het instrument werd uitgevoerd met springladen. In 1876 bouwde Philipp Furtwängler een nieuw drieklaviers mechanisch kegelladen-orgel achter het oude front.  Uit het oude orgel heeft hij circa 24 registers overgenomen. Op de plaats van het oude onderpositief werd de nieuwe vrijstaande speeltafel geplaatst. Hiervoor zijn de frontpijpen van dit werk verwijderd. Ombouw en wijzigingen werden uitgevoerd in 1904 (Furtwängler & Hammer) en 1959 (Emil Hammer). In 1982 en 1989/90 restaureerde Emil Hammer het orgel. Uit 1876 zijn de kegelladen,  de mechanische tractuur, de speeltafel en een groot deel van het pijpwerk bewaard gebleven. De stemmingstemperatuur is evenredig zwevend en de winddruk is 95 mm.

Dispositie:

Manual I: C – f3
Abteilung 1: Principal 16′ – 1876, Principal 8′ – 1876, Quinte 5 1/3′ – 1876, Octav 4′, Waldflöte 4′, Octav 2′, Cornett 3 fach (2 2/3′), Mixtur 4 fach (2′), Trompete 16′, Trompete 8′ – 1934.
Abteilung 2: Bordun 16′, Hohlflöte 8′ – 1876, Rohrflöte 4′, Prinzipal 1′.
Manual II: C – f3 Lieblich Gedackt 16′ – 1876, Principal 8′ – 1876, Rohrflöte 8′ – 1876, Quintatön 8′, Octav 4′ – 1876, Flauto Harmonica 4′ – 1876, Quinte 2 2/3′, Octav 2′, Mixtur 4 fach (2 2/3′) – 1876, Clarinette 8′ – 1876; doorslaand.
Manual III (Schwellwerk): C – f3 Lieblich Gedackt 8′, Flauto Traverso 8′ – 1876, Gemshorn 4′ – 1876, Gedackt 4′, Prinzipal 2′, Quinte 1 1/3′, Terz 4/5′.
Pedal: C – f1
Forte-Pedal: Untersatz 32′, Principalbaß 16′ – 1876, Quintbaß 10 2/3′ – 1854, Octavbaß 8′, Octav 4′ – 1876, Posaune 16′, Trompete 8′, Clarine 4′, Cornettino 2′.
Piano-Pedal: Subbaß 16′, Violon 16′ – 1876, Rohrflöte 8′, Cello 8′ – 1876.
Koppelingen: Manual I – Manual II, Manual II – Manual III, Pedal – Manual I.
Speelhulpen: Crescendo ganzes Werk, Rohrwerke im Pedal, Piano im Pedal, Forte Pedal, Volles Werk Manual I, Manual I 1. Abteilung, Manual I 2. Abteilung.