Leiden, Evangelisch Lutherse Kerk

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2013

  • In 1790 bouwde Andries Wolfferts een tweeklaviers orgel met vrij pedaal voor de Evangelisch Lutherse Kerk te Leiden. Door C.F. Ruppe werd het gekeurd op 17 april 1790, waarna het een dag later in gebruik is genomen. Hierbij werd het orgel bespeeld door Ruppe, die speciaal voor deze gelegenheid een nieuw werk had geschreven. Het instrument is grotendeels ongewijzigd de tijd door gekomen. Wel werd de dispositie van het Rugwerk verschillende keren gewijzigd. In 1937 kreeg het een Viola di Gamba en een Vox Celeste. Het mechanische sleepladen-orgel was rond 1960 vrijwel niet meer te gebruiken. Geadviseerd door Adriaan Blankenstein, organist van de Pieterskerk, werd het instrument gerestaureerd door de firma Jac. van der Linden uit Leiderdorp. Hierbij zijn echter verschillende elementen (windvoorziening, vulstemmen, mechanieken) niet in overeenstemming met het oorspronkelijke werk van Wolfferts gebouwd. Op 29 oktober 1965 is het weer in gebruik genomen.
  • Het kerkgebouw is in 2018 verkocht en zal worden verbouwd tot hotel. Het lot van het orgel is onbekend.

Dispositie:

Hoofdwerk: C – f3 Prestant 16′ (discant), Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Baarpijp 8′, Quintadena 8′, Octaaf 4′, Roerfluit 4′, Quintfluit 3′, Octaaf 2′, Sesquialter II sterk, Mixtuur V sterk (2′), Trompet 8′, Vox Humana 8′.
Rugwerk: C – f3 Prestant 8′ (discant), Holpijp 8′, Prestant 4′, Gedektfluit 4′, Gemshoorn 2′, Quint 1 1/2′, Scherp III-IV sterk (1′), Dulciaan 8′, Tremulant.
Pedaal: C – d1 Subbas 16′, Prestant 8′, Octaaf 4′, Bazuin 16′.
Koppelingen: Hoofdwerk – Rugwerk, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Rugwerk.