Foto’s: Tjalling Roosjen © 2012
Paul Ott bouwde in 1975 een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur voor de Evangelisch-Lutherische Sankt Marienkirche in Lemgo (Nordrhein-Westfalen). Het was een van de eerste orgels met een Setzerinstallatie. Het instrument werd in 1998 gerestaureerd door Siegfried Sauer Orgelbau. Daarbij werd de Setzerinstallatie vervangen door een nieuwe modernere Setzerinstallatie. Er werden 3 tongwerken bijgeplaatst en sommige registers werden vernieuwd.
Dispositie:
Hauptwerk: C-a3 Pommer 16′, Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Oktave 4′, Koppelflöte 4′, Quinte 2 2/3′, Oktave 2′, Cornett 3-4 fach, Mixtur 5-7 fach, Trompete 16′, Trompete 8′, Tremulant.
Rückpositiv: C-a3 Gedackt 8′, Praestant 4′, Rohrcopula 4′, Schwiegel 2′, Nasat 1 1/3′, Scharff 3-4 fach, Cromorne 8′, Tremulant.
Schwellwerk: C-a3 Rohrgedackt 16′, Holzprinzipal 8′, Salicional 8′, Schwebung 8′, Oktave 4′, Traversflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Waldflöte 2′, Terz 1 3/5′, Sifflöte 1′, Mixtur 5-6 fach, Basson 16′ – 1998, Hautbois 8′ – 1998, Clairon 4′ – 1998.
Trompetenwerk: C-a3 Trompete 16′ – horizontaal, Trompete 8′ – horizontaal, Trompete 4′ – horizontaal.
Pedal: C-g1 Prinzipal 16′, Subbaß 16′, Quintbaß 10 2/3′, Oktave 8′, Gedackt 8′, Oktave 4′, Nachthorn 2′, Hintersatz 6 fach, Posaune 16′, Trompete 8′, Tremulant.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Hauptwerk – Trompetenwerk, Rückpositiv – Schwellwerk, Schwellwerk – Trompetenwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Schwellwerk, Pedal – Trompetenwerk.
Speelhulpen: Computergestuurde Setzer-combinaties.