Foto’s: Malte Blaß © 2021
Wilhelm Breidenfeld bouwde in 1835 een nieuw mechanisch sleepladen-orgel met twee klavieren en vrij pedaal en in totaal 24 registers voor de Stadtkirche in Lengerich (Westfalen) Niedersachsen. Het orgel is in 1953 door Kemper vergroot en omgebouwd naar drie klavieren en 35 stemmen. Gustav Steinmann heeft de dispositie in 1980 nogmaals gewijzigd. In 2001-2003 is het oude orgel grotendeels gereconstrueerd door Klais Orgelbau, maar het werd wel uitgebreid met een derde manuaal.
Dispositie:
Hauptwerk: C – f3 Bourdon 16′, Principal 8′, Gedackt 8′, Quintatön 8′, Octave 4′, Rohrfloete 4′, Quinta 3′, Octave 2′, Mixtur 4-5 fach, Cimbal 3 fach, Trompete 8′.
Unterwerk: C – f3 Geigenprincipal 8′, Viola di Gamba 8′, Flaute trav: 8′, Bourdon 8′, Principal 4′, Gemshorn 4′, Quintflauto 3′, Octave 2′, Sesquialter 2 fach, Mixtur 3 fach, Hautbois 8′, Tremulant.
Echowerk: C – f3 Salicional 8′, Hohlfloete 8′, Principal 4′, Flauto douce 4′, Spitzflaut 2′, Campanetti 2 fach, Vox Humana 8′, Tremulant.
Pedal: C – f1 Violonbass 16′, Subbass 16′, Octavbass 8′, Violoncello 8′, Octave 4′, Posaune 16′, Trompete 8′, Clarino 4′.
Koppelingen: Hauptwerk – Unterwerk – schuifkoppel, Hauptwerk – Echowerk – schuifkoppel, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Unterwerk, Pedal – Echowerk.
Speelhulpen: Calkant.