Foto: John Salmon © 2015
In 1870 bouwde Gray & Davison een nieuw drieklaviers orgel voor de Catholic Apostolic Church (Christ the King) in London-Bloomsbury. In 1880 en 1890 werd het door dezelfde firma schoongemaakt. In 1909 reviseerde Gray & Davison het orgel. In 1936 werd het door dezelfde firma schoongemaakt. In 1939 bouwde J.W. Walker & Sons een nieuw kegelladen-orgel waarbij de meeste onderdelen van het Gray & Davison-orgel werden hergebruikt. De toetstractuur is elektro-pneumatisch en de registertractuur is elektrisch.
Dispositie:
Choir: C – g3 Open Diapason 8′, Stopped Diapason 8′, Dulciana 8′, Keraulophon 8′ TC, Vox Angelica 8′, Flute 4′, Viol d’Amour 4′, Piccolo 2′, Clarinet 8′ TC, Bassoon 8′ CC-B.
Great: C – g3 Double Diapason 16′, Open Diapason 8′, Stopped Diapason 8′, Gamba 8′, Principal 4′, Harmonic Flute 4′, Twelfth 2 2/3′, Fifteenth 2′, Mixture II, Tierce 1 3/5′, Double Trumpet 16′, Trumpet 8′, Clarion 4′.
Swell: C – g3 Double Diapason 16′, Open Diapason 8′, Stopped Diapason 8′, Dulciana 8′, Principal 4′, Harmonic Flute 4′, Fifteenth 2′, Mixture III, Cornopean 8′, Oboe 8′, Vox Humana 8′, Clarion 4′.
Pedal: C – f1 Sub Bass 32′, Open Diapason 16′, Violone 16′, Bourdon 16′, Principal 8′, Violoncello 8′, Fifteenth 4′, Trombone 16′.
Couplers: Swell to Pedal, Swell to Great, Swell to Choir, Choir to Great, Choir to Pedal, Great to Pedal.
Accessories: 8 composition pedals, Gt-Pd reversible pedal.