Bron foto: Ansichtkaart
In 1970 bouwde de firma Rieger Orgelbau een nieuw hoofdorgel met sleepladen, mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur voor de abdijkerk van Marienstatt im Westerwald (Rheinland-Pfalz). Het instrument is uitgerust met een Spaans werk, bestaande uit zeven tongwerken die afkomstig zijn uit een oud Spaans orgel dat in 1732 werd gebouwd. Het orgel staat opgesteld op de scheiding van het koor en het schip van de kerk. Het kerkgebouw is in de jaren 2001-2006 gerestaureerd. In deze periode werd het hoofdorgel gedemonteerd en opgeslagen. De firma Seifert kreeg de opdracht het orgel te herplaatsen en tegelijkertijd uit te breiden. De dispositie van het pedaal is met enkele stemmen vergroot, waaronder 32′-registers. Deze nieuwe stemmen zijn geplaatst op aparte nieuwe windladen. Bij de revisie heeft Seifert samengewerkt met Georg Jann, de intonateur die het orgel in 1970 ook intoneerde in dienst van de firma Rieger. In 2006 is een Celesta-Harfe gekocht, gemaakt door de firma Skinner in 1920, en in 2007 een nieuw Glockenspiel. Deze zijn vanaf het derde en het vierde manuaal bespeelbaar.
Dispositie:
Hauptwerk: Prinzipal 16′, Prinzipal 8′, Spitzflöte 8′, Oktav 4′, Rohrflöte 4′, Quinte 2 2/3′, Superoktav 2′, Larigot 2 fach (1 1/3′) – 1970/2006, Kornett 5 fach (8′) (vanaf g°), Mixtur 5-7 fach (1′), Dulzian 16′, Trompete 8′.
Rückpositiv: Spitzgedackt 8′, Salizional 8′, Prinzipal 4′, Koppelflöte 4′, Gemshorn 2′, Sesquialter 2 fach (2 2/3′), Scharff 4 fach (1′), Krummhorn 8′, Tremulant.
Schwellwerk: Bordun 16′, Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Aeoline 8′, Schwebung 8′ (vanaf g°), Oktav 4′, Blockflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Hohlflöte 2′, Terz 1 3/5′, Mixtur 5 fach (2′), Hautbois 8′ – 2006, Trompete 8′, Clairon 4′, Tremulant.
Brustwerk: Holzgedackt 8′, Quintade 8′, Rohrflöte 4′, Prinzipal 2′, Quinte 1 1/3′, Sifflet 1′, None 8/9′, Cymbel 2 fach (1/4′), Vox Humana 8′, Tremulant.
Spanisches Werk: Trompeta Magna 16′ (discant), Trompeta de Batalla 8′ (gedeeld), Clarin Clara 8′ (discant), Bajoncillo 4′ (gedeeld), Chirimia 2′ (bas).
Glockenspiele: Glockenspiel (C-g”’) – 2007, Celesta (C-c””) – 1920/2006, Cymbelstern – 2006.
Pedal: Untersatz 32′ – 2006; vanaf c gecombineerd met Untersatz 16′, Prästant 16′, Untersatz 16′ – 2006, Subbaß 16′ – 2006, Oktav 8′, Gedacktbaß 8′ – 2006, Cello 8′ – 2006, Choralbaß 4′, Nachthorn 2′, Zinke 3 fach (5 1/3′), Mixtur 4 fach (2 2/3′), Contraposaune 32′ – 2006; vanaf c gecombineerd met Posaune 16′, Bombarde 16′, Posaune 16′ – 2006, Posaune 8′, Schalmei 4′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Hauptwerk – Brustwerk, Rückpositiv – Schwellwerk, Rückpositiv – Brustwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Schwellwerk, Pedal – Schwellwerk 4′, Pedal – Brustwerk, Suboktavkoppel Hauptwerk – Schwellwerk – 1995.
Speelhulpen: 5000 Setzer-Kombinationen – 1995, Registercrescendo – 1995.