Foto: Firma Walcker
- De firma E.F. Walcker & Cie bouwde in 1972 opus 5268. E3 en nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur voor de Evangelische Klosterkirche te Maulbronn (Baden-Württemberg). Adviseur bij de bouw was Walter Supper, die ook het front ontworpen heeft. Het orgel verving een Walcker-orgel uit 1849. In 1985 is het instrument gereviseerd door de firma Kopetzki.
- Het orgel werd in 2012 gedemonteerd en vervangen door een nieuw orgel. Het oude is verkocht aan een kerk in de omgeving van Wroclaw in Polen.
Dispositie:
Hauptwerk: C – g3 Gedacktpommer 16′, Prinzipal 8′, Flöte 8′, Harfpfeife 8′, Oktave 4′, Spitzflöte 4′, Waldflöte 2′, Rauschpfeife 2 fach, Mixtur 4-5 fach, Trompete 8′.
Rückpositiv: Flötgedackt 8′, Praestant 4′, Rohrflöte 4′, Quintflöte 2 2/3′, Oktavflöte 2′, Terzflöte 1 3/5′, Septimflöte 1 1/7′, Sifflöte 1′, Scharf 4-5 fach, Hautbois 8′, Schalmey 4′, Tremulant.
Brustwerk (in zwelkast): Hölzern Gedackt 8′, Quintviola 8′, Spitzgedackt 4′, Sylvestrina 4′ – zwevend gestemd, Prinzipal 2′, Quinte 1 1/3′, Oktave 1′, Zimbel 3-4 fach, Musette 8′, Tremulant.
Pedal: C – f1 Untersatz 16′, Gedacktbaß 16′, Oktave 8′, Gemshorn 8′, Rohrpommer 4′, Dolcan 4′, Hintersatz 4 fach, Posaune 16′, Trompete 8′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Brustwerk, Rückpositiv – Brustwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Brustwerk.
Speelhulpen: 2 vrije combinaties, 2 vrije pedaalcombinaties.