Foto’s: Tjalling Roosjen & Jean Telder © 2010
Het door Thomas Schott gebouwde hoofdorgel in de kloosterkerk te Muri dateert uit 1630. Het instrument had oorspronkelijk vleugeldeuren, die echter in 1697 zijn verwijderd toen het orgel werd verplaatst. In 1743/1744 werd het instrument gewijzigd en uitgebreid door Joseph Bossart, samen met zijn zoon Victor Ferdinand. Tegelijkertijd bouwde Bossart twee koororgels (Lettner-Orgeln) voor de kerk. Sinds 1841 is de kerk geen kloosterkerk meer, maar parochiekerk. Het grote orgel is in de loop van de tijd ingrijpend verbouwd. Het oude rugpositief werd in 1834 door Konrad Bloch als een soort kroonpositief geplaatst. De oude balustrade is verwijderd. In 1919 sloopte men het binnenwerk en bouwde de firma Goll een nieuw pneumatisch instrument in de kassen. Een klein deel van het oude pijpwerk is toen hergebruikt, maar het werd verspreid over het hele orgel. De oude frontpijpen bleven stom in de kassen aanwezig. Onder advies van Bernhard Edskes is het orgel in de jaren 1965-1970 door de firma Metzler naar de toestand van 1744 gereconstrueerd. Op 25 oktober 1970 werd het orgel weer in gebruik genomen. In 2006 zijn de balgen gerestaureerd door de firma Kuhn. De stemmingstemperatuur is niet evenredig zwevend (van Biezen). De toonhoogte is a’ = 440 Hz. en de winddruk is 78 mm waterkolom voor de manualen en 85 mm voor het pedaal.
Dispositie:
Hauptwerk: C – f3 Bourdon 16′ – vanaf g oud, Principal 8′ – frontpijpen oud, Rohrflöte 8′, Octava 4′ – oud, Spitzflöte 4′ – vanaf c oud, Kleingedackt 4′, Quinte 2 2/3′, Quintflöte 2 2/3′, Superoctava 2′ – oud, Waldflöte 2′, Terz 1 3/5′, Mixtur 4-5 fach (1 1/3′), Hörnli 2 fach (2/3′ + 1/2′), Trompete 8′.
Rückpositif: C – f3 Bourdon 8′, Quintatön 8′ – oud, Principal 4′ – frontpijpen oud, Flauto 4′ – oud, Octava 2′ – oud, Spitzflöte 1 1/3′, Sesquialtera 2 fach (1 1/3′), Cimbel 3-4 fach (1′), Vox Humana 8′.
Pedal: C – f1 Principalbass 16′ – frontpijpen oud, Subbass 16′, Octavbass 8′, Bassflöte 8′ – oud, Quintadenbass 8′, Octava 4′, Bauernflöte 2′ – oud, Mixtur 6 fach (2 2/3′), Posaune 16′, Trompete 8′, Trompete 4′.
Overige registers: Vogelsang.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositif – schuifkoppel, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositif.
Speelhulpen: Manual Tremulant.
Compound stop | Composition |
Mixtur 4-5 fach (Hauptwerk) | C: 1 1/3′ – 1′ – 2/3′ – 1/2′. c°: 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. c’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′. c”: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′ – 1 1/3′. c”’: 4′ – 2 2/3′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′. |
Hörnlein 2 fach (Hauptwerk) | C: 2/3′ – 1/2′. c’: 1 1/3′ – 1′. c”: 2 2/3′ – 2′. |
Sesquialtera 2 fach (Rückpositif) | C: 1 1/3′ – 4/5′. c°: 2 2/3′ – 1 3/5′. |
Cimbel 3-4 fach (Rückpositif) | C: 1′ – 1/2′ – 1/3′. f°: 1′ – 2/3′ – 1/2′. f’: 2′ – 1 1/3′ – 1′. f”: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′. |
Grossmixtur 6 fach (Pedal) | C: 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′ – 1/2′. c’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. |