Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2010
U hoort achtereenvolgens de Salicionaal, de celeste en beide registers tegelijk.
U hoort achtereenvolgens de holpijp 8, de fluit 4 en de Nasard 2 2/3
U hoort achtereenvolgens de nachthoorn, de Quint,
de fluiten 8+4+2+1 1/3, en de fluiten 8+4+2 2/3
Het orgel werd in 1896 geleverd door organist en beiaardier W. van Rossum uit Schoonhoven. Bouwer en bouwjaar zijn echter onbekend. Fa. Koch breidde het orgel in 1974 uit met een bovenwerk. | De oude dispositie: (1896) Prestant 8, Holpijp 8 B/D, Viola 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Tremulant, Subbas 16. |
In 1959 is het orgel door M.K. Koppejan gerestaureerd en uitgebreid. In 1974 volgde een rigoureuze ombouw en uitbreiding door de firma Bernard Koch.
De kerk is al heel oud. Al in 1215 was er sprake van een kerspel, een kerk en een pastoor. Het is niet bekend aan welke heilige de kerk is gewijd, en ook draagt de kerk geen bijzondere naam. Toch heeft de kerk een langdurige geschiedenis. Zo is in 1660 een ingrijpende onderhoudsbeurt geweest. Bij die gelegenheid zijn de muren waar nodig opnieuw opgebouwd. Ook is er toen een nieuw dak op gekomen, en zijn de muren van binnen gewit. In 1680 kwamen de kerkenraadsbanken, en twee klokken. De grote werd geluid bij begrafenis- sen, en de kleine bij de kerkdiensten. (In 1942 zijn de klokken weggehaald.)
In 1860 werd de kerk opnieuw verbouwd, en werd daarbij een plafond in de kerk gemaakt. In 1973 werd de kerk gerestaureerd.
Bron: “Geschiedenis van de Ned. Herv. Kerk te Otterlo”, uitgave College van Kerkvoogden
De huidige dispositie is:
Manuaal:
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Octaaf 4′
Octaaf 2′
Mixtuur III sterk
Sexquialter II sterk (discant) – 1959
Trompet 8′ – 1974
Bovenwerk:
Salicionaal 8′ – 1974
Céleste 8′ – 1974
Holpijp 8′ – 1897
Fluit 4′ – 1897
Nasard 2 2/3′ – 1974
Nachthoorn 2′ – 1974
Quint 1 1/3′ – 1974
Tremulant
Pedaal:
Subbas 16′ – 1959
Octaafbas 8′ – 1974
Koppelingen:
Hoofdwerk – Bovenwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Bovenwerk