Ribnitz, Stadtkirche Sankt Marien, Hoofdorgel

Klik op deze link voor een foto en een Duitstalige beschrijving van het orgel

In 1994 bouwde Jehmlich Orgelbau opus 1114 voor de Stadtkirche Sankt Marien in Ribnitz (Mecklenburg-Vorpommern). Een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur met 39 stemmen verdeeld over 3 manualen en pedaal. Het vorige orgel van de kerk, een fraai Friedrich Friese (III)-orgel met 27 stemmen en 2 manualen + pedaal, werd in 1982 verwoest door het instorten van het kerkdak. De restanten daarvan zijn door vandalen gestolen.

Dispositie:

Hauptwerk: C – g3 Quintatön 16′, Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Oktave 4′, Spitzflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Superoktave 2′, Cornett 3 fach, Mixtur 4 fach, Trompete 8′.
Schwellwerk: C – g3 Prinzipalflöte 8′, Viola da Gamba 8′, Oktave 4′, Querflöte 4′, Waldflöte 2′, Terz 1 3/5′, Sifflöte 1 1/3′, Scharf 4 fach, Fagott 16′, Trompette Harmonique 8′, Hautbois 8′, Clairon 4′, Tremulant.
Brustwerk: C – g3 Holzgedackt 8′, Prinzipal 4′, Koppelflöte 4′, Gemsoktave 2′, Glöcklein 1′, Sesquialtera 2 fach, Zimbel 3 fach, Cromorne 8′, Tremulant.
Pedal: C – f1 Prinzipalbass 16′, Subbass 16′, Quintbass 10 2/3′, Oktavbass 8′, Holzflöte 8′, Choralbass 4′, Hintersatz 4 fach, Posaune 16′, Trompete 8′.
Koppelingen: Hauptwerk – Schwellwerk, Hauptwerk – Brustwerk, Schwellwerk – Brustwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Schwellwerk, Pedal – Brustwerk.
Accessories: 256-voudige Setzer-combinaties, Crescendo-Walze.