Bron foto: Ansichtkaart
Jakob Schmid bouwde in 1730 een orgel voor de in dezelfde tijd gebouwde Wallfahrtskirche zur Schmerzhaften Muttergottes in Steinhausen bij Bad Schussenried in Baden-Württemberg. Na plunderingen in 1796 was het orgel niet meer bespeelbaar. Nadat het klooster was opgeheven werd de kerk als parochiekerk in gebruik genomen. Pas in 1849-1852 bouwde Franz Anton Engelfried een nieuw binnenwerk in de kas met 22 stemmen. Het pedaal heeft een plaats gekregen in een aparte kas achter de oude kas. De firma Reiser heeft het instrument in 1946 omgebouwd. Adviseur was Walter Supper, die het instrument liet wijzigen en uitbreiden. In 1975 heeft dezelfde firma nog een verbouwing uitgevoerd. De kegelladen werden vervangen door sleepladen en de speeltafel werd herbouwd. Opnieuw was Walter Supper betrokken als adviseur, evenals pater Gregor Klaus.
Dispositie:
Hauptwerk: C – g3 Pommer 16′, Prinzipal 8′, Großgedackt 8′, Gemshorn Zart 8′, Oktav 4′, Querpfeife 4′, Nasatquinte 2 2/3′, Waldflöte 2′, Mixtur 5 fach (1 1/3′), Trompete 8′.
Positivwerk: C – g3 Lieblich Gedeckt 8′, Weidenpfeife 8′, Kleinprinzipal 4′, Rohrflöte 4′, Oktav 2′, Sifflötenquint 1 1/3′, Terzzimbel 3 fach (1′), Dulcian 8′, Tremulant.
Pedal: C – f1 Prinzipalbaß 16′, Subbaß 16′, Oktavbaß 8′, Quintadena 4′, Nachthorn 2′, Rauschbaß 3 fach (2′), Posaunenbaß 16′.
Koppelingen: Hauptwerk – Positivwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Positivwerk.