Tating, Sankt Magnuskirche

Klik op deze link naar Kirchen-galerie.de voor een foto van het orgel

  • De orgelkassen van de Sankt Magnuskirche in Tating (Schleswig-Holstein) Duitsland, zijn in 1591 (hoofdkas) en 1650 (rugpositief) gebouwd door onbekende orgelmakers. Het orgel stond oorspronkelijk op een galerij aan de noordzijde van de kerk. In 1896 bouwde Emil Hansen een nieuw binnenwerk in de oude kassen. Bij een restauratie van het kerkinterieur is het in 1929 verplaatst naar de westwand. Hinrich Otto Hinrich Paschen bouwde in 1969 weer een nieuw orgel met mechanische toetstractuur, elektrische registertractuur en sleepladen in de oude kassen. Hierbij werd het nog aanwezige oude pijpwerk hergebruikt. Alfred Dressel was adviseur tijdens de bouw. Het orgel werd in 1980 uitgebreid met 3 stemmen.
  • In 2007 is de speeltafel door de firma Paschen Orgelbau uit Kiel vervangen. Daarbij is de registertractuur ook mechanisch gemaakt. Het orgel werd gestemd in een Neidhardt-temperatuur für eine kleine Stadt.

Dispositie:

Hauptwerk (C-g3): 56 toetsen Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Oktave 4′, Gemshorn 4′, Oktave 2′, Waldflöte 2′, Sesquialtera 2 fach, Mixtur 4-6 fach (1 1/3′), Trompete 8′.
Rückpositiv (C-g3): 56 toetsen Gedackt 8′, Prinzipal 4′, Rohrflöte 4′, Oktave 2′, Quinte 1 1/3′, Scharff 3 fach, Vox Humana 8′, Tremulant.
Pedal (C-f1): 30 toetsen Subbaß 16′, Flötenprinzipal 8′, Gedacktbaß 8′, Choralflöte 4′, Rauschpfeife 3 fach (2′), Posaune 16′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv.