Foto: Christien Selen © 2019
Nicolaus Jentzen bouwde in 1780 een nieuw orgel voor de Augustinerkirche te Vilnius. In 1859 is het in de kathedraal geplaatst. Het instrument is in 1889 vervangen door een nieuw orgel van Jozef Rodowicz, echter het oude front werd hergebruikt. Wacklaw Biernacki heeft het orgel rond 1925 omgebouwd. In de Tweede Wereldoorlog raakte het instrument zwaar beschadigd. In 1969 plaatste Alexander Schuke een geheel nieuw binnenwerk met mechanische toetstractuur en elektro-pneumatische registertractuur achter het historische front.
Dispositie:
Hauptwerk: Bordun 16′, Principal 8′, Rohrflöte 8′, Gamba 8′, Oktave 4′, Hohlflöte 4′, Quinte 2 2/3′, Oktave 2′, Cornett 3-5 fach, Gross Mixtur 6-7 fach, Klein Mixtur 4 fach, Trompete 16′, Trompete 8′.
Schwellwerk: Quintadena 16′, Principal 8′, Koppelflöte 8′, Salicional 8′, Oktave 4′, Holzflöte 4′, Dulzflöte 4′, Waldflöte 2′, Nassat 1 1/3′, Sesquialtera 2-3 fach, Cymbel 3 fach, Mixtur 5 fach, Bombarde 16′, Schalmei 8′, Tremulant.
Oberwerk: Gedackt 8′, Quintadena 8′, Principal 4′, Rohrflöte 4′, Oktave 2′, Terz 1 3/5′, Quinte 1 1/3′, Oktave 1′, Scharff 4 fach, Vox Humana 8′, Tremulant.
Pedal: Untersatz 32′, Principal 16′, Subbass 16′, Principalbass 8′, Gedecktbass 8′, Oktave 4′, Bauernflöte 2′, Bass-Zink 3 fach, Mixtur 6 fach, Posaune 16′, Trompete 8′, Clairon 4′.
Overige registers: Cymbelstern.
Koppelingen: Hauptwerk – Schwellwerk, Hauptwerk – Oberwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Schwellwerk.