Foto’s en tekst: Louis Joosten © 2007
Het orgel is in 1967 gebouwd door de firma Seifert in Kevelaer voor de Benediktinerinnenabtei Sankt Hildegard in Rüdesheim-Eibingen. Het is in 2004 geplaatst in de H. Hartkerk te Vught. Daarbij is het orgel uitgebreid en zijn een aantal registers vervangen door nieuwe. De Salicionaal was in de tachtiger jaren op het hoofdwerk geplaatst ter vervanging van een Dulcian 16’. In 2004 is hij naar het zwelwerk verplaatst om ruimte te bieden voor de nieuwe Flûte harmonique. De oorspronkelijke Weidenpfeife 8’ van het zwelwerk is omgestemd tot Vox Coelestis. Op het zwelwerk kwam de Scharfzimbel te vervallen en is de Sesquialter 3 sterk (met septiem) uiteengenomen tot Nasard, Terz en Larigot. Op het Hauptwerk zijn de nieuwe Bordun 16’ en de Cornet geplaatst op een uitbreidingslade achter het orgel. Op het Pedal is het Rauschwerk 3fach vervangen door een nieuwe Basstrompete 8’.
De toetstractuur is mechanisch, de registertractuur elektrisch. Er zijn 2 vrije combinaties.
De dispositie:
I. Hauptwerk: (C – g3)
Bordun 16 *
Prinzipal 8
Flûte harmonique 8*
Holzgedackt 8
Octave 4
Blockflöte 4
Superoctave 2
Cornett 4fach ab c1 (4’*)
Mixtur 5fach 1 1/3′
Trompete 8*
Clairon 4*
II an I
II. Schwellwerk: (C – g3)
Rohrgedeckt 8
Salicional 8
Vox coelestis 8 (c0)
Prinzipal 4
Spitzflöte 4
Nasard 2 2/3
Schwegel 2
Terz 1 3/5
Larigot 1 1/3
Oboe 8
Tremulant
Pedal: (C – f1)
Subbass 16
Prinzipalbass 8
Koppelflöte 8
Choralbass 4
Posaune 16*
Basstrompete 8*
I an P
II an P
De registers gemarkeerd met een * zijn bij de plaatsing in Vught nieuw vervaardigd.