Foto: Marcel Pelt © 2020
Johannes J. Vollebregt & Zn. bouwde in 1863 een nieuw mechanisch sleepladen-orgel in een bestaande kas van Matthias van den Brink uit 1836. Het kerkgebouw was een houten kerk, gebouwd als schuilkerk. Het orgel is in 1887 in de nieuwe neogotische kerk geplaatst door de gebroeders Franssen in 1887. Hierbij werden op het Hoofdwerk de Gemshoorn 4′ en de Quint 3′ vervangen door een Violon 8′ en een Flûte Harmonique 8′, en op het Positief werd een kantsleep gemaakt met een Voix Céleste 8′. De stemmingstemperatuur is evenredig zwevend.
Dispositie:
Hoofdwerk: C – f3 Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Violon 8′ – 1887, Flûte Harmonique 8′ – 1887, Octaaf 4′, Fluit 4′, Octaaf 2′, Cornet V sterk (discant), Trompet 8′ (B/D).
Positief: C – f3 Bourdon 8′, Viola di Gamba 8′, Salicet 8′, Voix Céleste 8′ – 1887, Prestant 4′, Roerfluit 4′, Basson-Hautbois 8′ (B/D).
Pedaal: C – c1 Aangehangen.