Foto: K. Coster
Het orgel in de Münster te Bern is door Kuhn omgebouwd in 1930. De historische kas uit 1726 werd uitgebreid met een rugpositief. Dit rugwerk is het eerste rugwerk dat sinds jaren werd gebouwd. Het orgel is één van de eerste instrumenten die gebouwd zijn volgens de inzichten van de Zwitserse Orgelreform. Hoewel het pijpwerk op sleepladen is opgesteld, is de tractuur elektrisch. Na 1994 is het rugwerk gewijzigd.
Die Disposition:
Hauptwerk:
Principal 16
Bourdon 16
Octave 8
Coppel 8
Gambe 8
Flûte Harmonique 8
Octave 4
Hohlflöte 4
Dulciana 4
Quinte 2 2/3
Superoctave 2
Mixtur 6 fach (2 2/3′)
Cymbel 4 fach (1′)
Cornett 5 fach (ab f0)
Bombarde 16
Trompete 8
Schwellwerk:
Bourdon 16
Principal 8
Bourdon 8
Flöte 8
Salicional 8
Voix Céleste 8
Octave 4
Spitzflöte 4
Nachthorn 4
Quinte 2 2/3
Octave 2
Flageolet 2
Terz 1 3/5
Fourniture 5 fach (2′)
Basson 16
Trompette Harmonique 8
Basson-Hautbois 8
Voix Humaine 8
Clairon 4
Tremulant
Positiv:
Principal 8
Coppel 8
Salicional 8
Octave 4
Gedacktflöte 4
Nazard 2 2/3
Octave 2
Flöte 2
Terz 1 3/5
Mixtur 4 fach (1′)
Trompete 8
Tremulant
Brustwerk:
Principal 8
Rohrflöte 8
Viola di Gamba 8
Octave 4
Rohrflöte 4
Octave 2
Waldflöte 2
Larigot 1 1/3
Mixtur 4 fach (1 1/3′)
Sesquialtera 2 fach
Krummhorn 8
Tremulant
Pedal:
Principalbaß 32
Principal 16
Subbaß 16
Zartbaß 16
Octavbaß 8
Violoncello 8
Octave 4
Octave 2
Mixtur 5 fach (4′)
Kontraposaune 32
Posaune 16
Fagott 16
Trompete 8
Clairon 4