Foto: Bram Luteyn © 1996
In 1558 bouwde men een koorafscheiding tussen het koor en het middenschip van de Cathédrale Saint Jean l’Evangéliste in Besançon (Doubs (25)). Via een interne trap kon je bij het zwaluwnestorgel komen dat in datzelfde jaar werd geplaatst in een zwaluwnest boven de koorafscheiding. De bouwer van dat orgel is onbekend. In 1764 is het omgebouwd door Karl Joseph Riepp uit Dijon. Het mechanische sleepladen-orgel had nu 22 stemmen, verdeeld over 2 manualen en pedaal en werd achter de koorafscheiding opgesteld. In 1792 werd de koorafscheiding verwijderd en is het orgel verplaatst naar een galerij aan de zuidmuur. Een deel van het pijpwerk is verkocht. In 1823 is het orgel omgebouwd door Joseph Callinet, Karl Joseph Riepps achterneef. Hij voegde ook een aantal nieuwe registers toe. In 1859 is het orgel vergroot door Charles Verschneider en in 1866 nogmaals vergroot door Nicholas Verschneider. In 1898 volgde een uitbreiding door Charles Anneessens en in 1940 door Curt Schwenkedel. In 1982 is het omgebouwd door de firma Alfred Kern & Fils. Origineel pijpwerk is gedeeltelijk bewaard gebleven en op 19 oktober 1976 kreeg dat pijpwerk de Franse status van Cultureel Erfgoed. In 1983 bouwde Alfred Kern & Fils een nieuw koororgel
Dispositie:
Grand Orgue: C – d3 Montre 8′ – oud, Bourdon 8′ – oud, Prestant 4′ – oud, Nazard 2 2/3′, Doublette 2′, Tierce 1 3/5′, Cornet 5 rangs (8′) (discant) – oud, Fourniture 3 rangs (1 1/3′) – oud, Cymbale 2 rangs (1/2′), Trompette 8′ (B/D) – oud, Voix Humaine 8′ (B/D), Clairon 4′ – oud.
Positif: C – d3 Bourdon 8′ – oud, Flûte 4′ – oud, Nazard 2 2/3′ – oud, Doublette 2′, Fourniture 3 rangs (1′), Cromorne 8′, Tremulant.
Pedal: C – d1 Soubasse 16′ – oud, Flûte 8′, Trompette 8′ – oud.
Koppelingen: Accouplement du Positif au Grand Orgue – schuifkoppel, Tirasse Grand Orgue.