Foto’s: jancoschout@solcon.nl
In de Haarlemse Wilhelminakerk was een orgel uit 1923 van de Vereenigde Kerkorgelfabrieken te Aalten aanwezig, dat echter niet meer goed functioneerde. Toen het orgel uit de Mathenesserkerk in Rotterdam dan ook te koop stond werd besloten dit aan te kopen. De firma Leeflang plaatste het over. Het oude instrument is in de kerk gebleven, omdat het architectonisch een eenheid vormt met het interieur. Het nieuwe orgel is tegenover het oude geplaatst. Het Mathenesser-orgel was in Rotterdam in gebruik genomen op 25 juni 1932, gebouwd door De Koff. Adviseur
bij de bouw was de organist van de Zuiderkerk, J.G. van Herwaarden. De kerk werd in juni 1982 gesloten. Op advies van organist Teke Bijlsma kocht de Gereformeerde Kerk in Haarlem het instrument als vervanging van het oude orgel van de Wilhelminakerk. De firma Leeflang kreeg de opdracht voor demontage en wederopbouw. Bij de overplaatsing naar Haarlem is het front gewijzigd. Op 18 december 1983 nam men het orgel in gebruik, met een bespeling door Teke Bijlsma.
De dispositie:
Manuaal 1:
Prestant 16
Octaaf 8
Roerfluit 8
Violoncel 8
Zachte Fluit 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Cornet III-V sterk
Mixtuur III-V sterk
Trompet 16
Trompet 8
Manuaal 2 (in zwelkast):
Bourdon 16
Prestant 8
Gemshoorn 8
Salicionaal 8
Holpijp 8
Prestant 4
Open Fluit 4
Woudfluit 2
Sexquialter II sterk
Cymbel III-IV sterk
Kromhoorn 8
Basson-Hobo 8
Tremulant
Manuaal 3 (in zwelkast):
Vioolprestant 8
Quintadeen 8
Viola di Gamba 8
Voix Céleste 8
Nachthoorn 4
Blokfluit 2
Sifflet 1′ – Op c3 rep. naar 2′
Carillon III sterk
Vox Humana 8
Tremulant
Pedaal:
Contrabas 16
Subbas 16
Prestant 16 (transm)
Quintbas 10 2/3
Fluitbas 8
Cellobas 8
Octaaf 4
Bazuin 16
Trombone 8
Koppelingen: Diverse koppelingen.
Speelhulpen: Generaal Crescendo, 2 vrije combinaties en 6 vaste combinaties.