Olomouc, Moritzkirche

Foto’s: Wim van der Kooij © 2019

Het orgel in de Moritzkirche in Olomouc (Olomoucký kraj) Tsjechië. Het heeft 135 registers met 5 manualen en pedaal. Het pedaalklavier is concaaf en de tractuur is elektrisch. De originele speeltafel van Engler is behouden gebleven. Hoofdwerk, Oberwerk en een deel van het pedaal is gebouwd door Michael Engler in 1745 en heeft mechanische tractuur en sleepladen. Schwellwerk, Schwellpositiv, Bombardenwerk en de rest van het pedaal zijn gebouwd door Rieger-Kloss in 1959/1971 met elektrische tractuur en sleepladen.

Dispositie:

I Positiv (Unterwerk) CDE–c3 Engler:
Principal 8′
Flauto Amabile 8′
Unda Maris 8′
Octava 4′
Flaut Minor 4′
Trinuna 4′
Spitzflaut 2 2⁄3′
Super Octava 2′
Mixture IV 1 1⁄3′
Harfe Rieger
Glocken Rieger

II Hauptwerk CDE–c3 Engler:
Principal 16′
Bourdon-Flaut 16′
Salicet 16′
Principal 8′
Gemshorn 8′
Flaut Major 8′
Gamba 8′
Octava 4′
Nachthorn 4′
Quinta 2 2⁄3′
Cimbel II (2′)
Mixture VI (2′)
Trompet 8′

III Oberwerk CDE–c3 Engler:
Principal 8′
Flaut Allemande 8′
Rohrflaut 8′
Quinta Dena 8′
Octava 4′
Quinta 2 2⁄3′
Super Octava 2′
Mixtura IV (1 1⁄3′)
Vox Humana 8′
Tremolo Rieger-Kloss
Harfe Rieger-Kloss
Glocken Rieger-Kloss

IV Schwellwerk CDE–c3 Rieger-Kloss:
Spitzgedackt 16′
Weitprincipal 8′
Rohrgedackt 8′
Harfpfeife 8′
Vox Angelica III (8′+4′+4′)
Kupferoktave 4′
Spillflöte 4′
Rohrquintatön 4′
Nachthornquinte 2 2⁄3′
Quintadecima 2′
Waldflöte 2′
Koppelflötenterz 1 1⁄3′
Quertflöte 1′
Farbenmixtur III–IV
Mixtur VI–VII
Quintzimbel III (1⁄4′)
Bassethorn 16′
Französische Trompete 8′
Rohrschalmei 8′
Geigendregal 8′
Clairon 4′
Tremolo
Harfe
Glocken

V Schwellpositiv CDE–c3 Rieger-Kloss:
Gedackt 8′
Trichterprincipal 4′
Blockflöte 4′
Kleinprincipal 2′
Quinte 1 1⁄3′
Schwegel 1′
Sesquialtera II (2 2⁄3′)
Scharf V (1′)
Krummhorn 8′
Singend Kornett 4′
Tremolo

V Bombardenwerk CDE–c3 Rieger-Kloss:
Holzprincipal 8′
Solokornet IV–VI (4′)
Principalmixtur VIII (4′)
Trompete 16′
Trompete 8′ horizontal
Trompete 4′ horizontal

Pedal CDE–c1 Engler:
Majorbass 32′
Principal 16′
Subbass 16′
Subbass 16′ Kammerton
Quintadenabass 16′
Quintadena 16′ Kammerton
Octavenbass 8′
Octavabass 8′ Kammerton
Offenerbass 8′
Gemshornquint 5 1⁄3′
Mixtura VI (4′)
Contra Posaune 32′ (1743)
Posaunenbass 16′
Trombabass 8′
Clarino 4′ (Erler 1843)

Pedal CDE–c1 Rieger-Kloss:
Holzprincipal 16′
Gedacktpommer 16′
Grossnasat 10 2⁄3′
Kupferprincipal 8′
Bleikoppelflöte 8′
Choralbass 4′
Rohrpfeife 4′
Russischhorn 2′
Rauschbass V (5 1⁄3′)
Mixtur VI (2′)
Bombarde 16′
Trompete 8′
Kopftrompete 4′
Zink 2′
Glocken (Zvony)