Foto: Onbekend
Het orgel in de Sint Audomaruskerk in Alveringem (West-Vlaanderen) werd gebouwd in de jaren tussen 1769 en 1786 door Pieter Van Peteghem, samen met zijn zoon Lambert-Benoît Van Peteghem. Het instrument is in 1897 omgebouwd door Frederik Loncke. Om het orgel te bewaren voor oorlogsschade is het pijpwerk in de Eerste Wereldoorlog uit het orgel gehaald en opslagen in Frankrijk door Frans Vos en Émile Mezière. In 1922 is het pijpwerk weer teruggeplaatst door Emile Kerkhoff. Het elektro-pneumatische kegelladen-orgel (sleeplade voor manuaal I) is in de jaren 1957-1959 door de firma Loncke gemoderniseerd en omgebouwd. Op 15 november 1959 is het instrument weer in gebruik genomen met een concert door Albert Van Haute.
Dispositie:
Manuaal I: Gedekt 16′, Prestant 8′, Viool 8′, Holpijp 8′, Oktaaf 4′, Fluit 4′, Zwegel 2′, Vulwerk 3 koren.
Manuaal II: Wilgenpijp 8′, Gedektfluit 8′, Roerfluit 4′, Nazaard 2 2/3′, Veldfluit 2′, Terts 1 3/5′, Cimbelstem 3 koren, Trompet 8′.
Pedaal: Gedektbas 16′, Oktaafbas 8′, Gedekt 8′, Koraalbas 4′.
Couplers: Manuaal I – Manuaal II, Pedaal – Manuaal I, Pedaal – Manuaal II, Manuaal I – Manuaal II 16′, Manuaal II – Manuaal II 16′.
P – MF – Tutti Af Reg. – afsteller Trompet 8 – tremulant voetbediend : – (zweltrede; gradueel) – gen. tutti
Accessories: Tremulant, 3 vaste combinaties (p – mf – tutti), Generaal TUtti.