Foto: Festschrift – 1993
- Het orgel van de Nikolaikirche in Bad Liebenwerda werd in de jaren 1850-1851 gebouwd door Johann Gottlob Mende. Mende stierf in 1850, waarna het instrument is voltooid door de werkplaats van Mende onder leiding Leopold Kohl. Het instrument had 22 registers, verdeeld over twee manualen en pedaal. Het binnenwerk werd in 1921 afgebroken, waarna Wilhelm Rühlmann een nieuw pneumatisch binnenwerk bouwde met 28 stemmen en kegelladen. Dit werd in 1922 in gebruik genomen.
- In 1981 was het orgel in slechte staat, en een restauratie werd niet als zinvol geacht. Daarom heeft Mitteldeutscher Orgelbau A. Voigt de opdracht gekregen tot het bouwen van een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur in de oude kas. Bij de bouw heeft men wel pijpwerk uit 1922 overgenomen. Door allerlei omstandigheden duurde het project langer dan gepland, maar in 1993 werd het orgel in gebruik genomen. Adviseur bij de bouw was Dieter Voigt, cantor-organist van de kerk, maar hij is ook orgelmaker bij de firma Voigt.
Dispositie:
I. Manual: C – g3 Bordun 16′, Principal 8′, Rohrflöte 8′, Oktave 4′, Spitzflöte 4′, Quinte 2 2/3′, Oktave 2′, Terz 1 3/5′, Mixtur 4-5 fach (1 1/3′), Fagott 16′, Trompete 8′, Tremolo – Instelbaar.
II. Manual: C – g3 Geigenprincipal 8′, Doppelflöte 8′, Gambe 8′, Vox Coelestis 8′, Oktave 4′, Hohlflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Oktave 2′, Scharf 4 fach (1′), Dulcian 16′, Cromorne 8′, Schalmay 4′, Tremolo – Instelbaar.
III. Manual: C – g3 Holzgedackt 8′, Quintade 8′, Principal 4′, Kleingedackt 4′, Spitzoktave 2′, Quinte 1 1/3′, Sesquialter 2 fach, Zimbel 3 fach (2/3′), Oboe 8′, Tremolo – Instelbaar.
Pedal: C – f1 Principalbaß 16′, Subbaß 16′, Oktavbaß 8′, Gedacktbaß 8′, Choralbaß 4′, Pommer 4′, Rauschquinte 4 fach (2 2/3′), Posaune 16′, Trompete 8′.
Koppelingen: I. Manual – II. Manual, I. Manual – III. Manual, II. Manual – III. Manual, Pedal – I. Manual, Pedal – II. Manual, Pedal – III. Manual.
Speelhulpen: 1500 Setzer-kombinationen.