Foto:© C.Stadler/Bwag; CC-BY-SA-4.0 (Wikimedia Commons)
Josef Mertin uit Wien bouwde in 1971 een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur, elektrische registertractuur, 27 stemmen, 2 manualen en een vrij pedaal voor de Christkönigskirche in Gloggnitz (Niederösterreich) Oostenrijk. De stemmingstemperatuur is licht onevenredig zwevend.
Dispositie:
I. HAUPTWERK: C – f3 (54 TOETSEN) Quintadena 16′, Prinzipal 8′, Gedeckt 8′, Rohrflöte 8′, Oktave 4′, Blockflöte 4′, Superoktave 2′, Hohlflöte 2′, Mixtur IV bis V fach 1 1/3′, Trompete 8′.
II. POSITIV (SCHWELLWERK): C – f3 (54 TOETSEN) Copula 8′, Prinzipal 4′, Portunalflöte 4′, Gedeckt 4′, Oktav 2′, Terz 1 3/5′, Quint 1 1/3′, scharff III 1′, Krummhorn 8′.
PEDAL: C – f1 (30 TOETSEN) Prinzipal 16′, Gedeckt 16′, Oktav 8′, Gedecktpommer 8′, Nachthorn 4′, Hintersatz IV bis VI 4′, Fagott 16′, Clairon 8′.
KOPPELINGEN: II/I, I/P, II/P.
SPEELHULPEN: Freie Kombinationen I und II, Schweller (II), Zungen ab.