Foto: Piergiuliano Chesi, CC-BY-SA 3.0 (Wikimedia Commons)
Het orgel van de Wallfahrtskirche (Maria-Basilika) in Absam (Tirol) Oostenrijk, is in twee fasen gebouwd. Johann Anton Fuchs heeft het hoofdwerk gebouwd in 1776-1780, waarna het in 1799 is vergroot met een rugpositief door Andreas Mauracher. Om het te kunnen plaatsen werd het interieur van de kerk drastisch gewijzigd. In 1841 heeft Josef Aigner een grotendeels nieuw mechanisch sleepladen-orgel met 23 stemmen, 2 manualen en een vrij pedaal geplaatst in de oude kassen. In 1948 restaureerde Johann Pirchner het instrument. Hierbij werd de dispositie veranderd, met de bedoeling de situatie van 1799 te herstellen. Inmiddels bleken de uitgangspunten niet te kloppen, en is in 2002/2003 een nieuw restauratie uitgevoerd door Christian Erler. Daarbij werd door de firma Vier Orgelbau de intonatie verzorgd.
Dispositie:
HAUPTWERK (C – f3) 54 TOETSEN: Principal 8′, Coppel 8′, Gamba 8′, Viola 8′, Octav 4′, Flöte 4′, Quint 3′, Superoctav 2′, Cornet 3 fach (1 1/2′), Mixtur 4 fach (1′).
RÜCKPOSITIV (C – f3) 54 TOETSEN: Coppel 8′, Principal Piano 8′, Principal 4′, Flöte 4′, Superoctav 2′, Quint 1 1/2′, Mixtur 3 fach (1′), Tremulant.
PEDAL (C – a°) 22 TOETSEN: Subbaß Gedackt 16′, Subbaß Offen 16′, Octavbaß 8′, Quintbaß 5 1/3′, Pompart 16′, Posaune 8′.
KOPPELINGEN: Hauptwerk – Rückpositiv, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv.
SPEELHULPEN: Tutti.
| Vulstem | Samenstelling |
| Mixtur 4 fach (Hauptwerk) | C: 1′ – 2/3′ – 1/2′ – 1/3′. c’: 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. f’: 2′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′. c”: 4′ – 4′ – 2 2/3′ – 2′. |
| Cornet 3 fach (Hauptwerk) | C: 1 1/3′ – 1′ – 4/5′. fìs°: 2 2/3′ – 2′ – 1 3/5′. cis”’: 3 1/5′ – 2 2/3′ – 2′. |
| Mixtur 3 fach (Rückpositiv) | C: 1′ – 2/3′ – 1/2′. f’: 2′ – 1 1/3′ – 1′. f”: 4′ – 2 2/3′ – 2′. |