Foto: Ulf Klingström, CC0 (Wikimedia Commons)
In 1937 werd Breviks Kyrka in Brevik (Stockholms län) Zweden, in gebruik genomen. In 1943 is door J.A. Johnsson uit Duvbo een pijporgel geplaatst. Het ging om een instrument dat hij in 1935 had gebouwd voor de Apostolisch Katholieke Kerk in Stockholm. Het orgel had dertien stemmen. In 1955 werd het door Einar Bergh gerenoveerd en vergroot tot achttien stemmen. Lars Åkerlund, de architect die ook het kerkgebouw had ontworpen, heeft ook het orgelfront ontworpen. Åkerman & Lund bouwde in 1967 onder advies van Gotthard Arnér een nieuw mechanisch sleepladen-orgel met 22 stemmen, 2 manualen en een vrij pedaal voor Breviks Kyrka, dat geplaatst werd achter het front uit 1943.
Dispositie:
HUVUDVERK (C-g3): 56 TOETSEN Principal 8′, Rörflöjt 8′, Oktava 4′, Koppelflöjt 4′, Kvinta 2 2/3′, Oktava 2′, Mixtur 3-4 chor, Trumpet 8′.
SVÄLLVERK (C-g3): 56 TOETSEN Gedackt 8′, Fugara 8′, Principal 4′, Waldflöjt 2′, Sesquialtera 2 chor, Scharf 2 chor, Dulcian 16′, Oboe 8′, Tremulant.
PEDAL (C-f1): 30 TOETSEN Subbas 16′, Oktavbas 8′, Gedackt 8′, Oktavbas 4′, Fagott 16′, Skalmeja 4′.
KOPPELINGEN: Huvudverk – Svällverk, Pedal – Huvudverk, Pedal – Svällverk.