Foto: Oud Kalenderblad
In 1714 schonk Patrice Fraeys een orgel dat in 1714 door Jacobus van Eynde gebouwd werd aan de Sint Petruskerk of Sint Pieterskerk in Lo dat voorheen ook wel als Loo gespeld werd. Fraeys was abt van het Augustijnenklooster, waar het kerkgebouw toe behoorde. In de jaren 1843 voorzag Pierre-Albert Loncke de kas van een nieuw mechanisch binnenwerk met 22 stemmen en aangehangen pedaal. Dit orgel werd door dezelfde bouwer in 1889 gewijzigd.
Het instrument werd in 1914 gedemonteerd en vanwege de historische waarde opgeslagen in Parijs. Hierdoor kon het de Eerste Wereldoorlog overleven, omdat de toren van de kerk in 1915 werd opgeblazen.
Na de oorlog is uiteindelijk alleen de orgelkas met het doksaal herplaatst, terwijl de firma Loncke een geheel nieuw pneumatisch kegelladen-orgel in de kas bouwde. Het was oorspronkelijk een balustrade-orgel, maar werd nu op een galerij geplaatst. De achterzijde van de kas is door asbest platen vervangen. Op de middentoren is een vergulde haan geplaatst, waar van origine een beeld van Sint Pieter was geplaatst. Op 5 september 1937 is het orgel gewijd, waarna Albert De Meester, organist van de kathedraal in Brugge, een concert gaf.
Dispositie:
Hoofdwerk: C – g3 Kwintadeen 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Spitsfluit 8′, Oktaaf 4′, Roerfluit 4′, Vulstem III-IV sterk, Trompet 8′.
Zwelwerk: C – g3 Fluit 8′, Wilgenpijp 8′, Principaal 4′, Blokfluit 4′, Nazaard 2 2/3′, Zwegel 2′, Terts 1 3/5′, Cimbelstern III sterk, Kromhoorn 8′.
Pedaal: C – f1 Gedektbas 16′, Zachtbas 16′, Oktaafbas 8′, Gedekt 8′, Oktaaf 4′, Bazuin 16′.
Koppelingen: Hoofdwerk-Zwelwerk, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-Zwelwerk, Hoofdwerk-Zwelwerk 16′, Hoofdwerk-Zwelwerk 4′, Pedaal-Zwelwerk 4′, Zwelwerk-Zwelwerk 16′.
Speelhulpen: 1 vrije combinatie, Vaste combinaties (p – mf – tutti), Tremolo.
