Foto: Isiwal, CC-BY-SA 4.0 (Wikimedia Commons)
Johann Pirchner bouwde in 1961 een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur, elektrische registertractuur, 40 stemmen, 3 manualen en een vrij pedaal voor de Stadtpfarrkirche Sankt Ägidius und Koloman in Steyr (Oberösterreich) Oostenrijk. Het werd geplaatst in een orgelkas van Mauracher uit 1893. Het vorige Franz Xaver Chrismann-orgel uit 1777 werd afgebroken. 17 registers daarvan werden opnieuw gebruikt in het nieuwe orgel.
Dispositie:
I. HAUPTWERK (C – f3) 54 TOETSEN: Prinzipal 16′, Prinzipal 8′, Flöte 8′, Gamba 8′, Rohrflöte 8′, Flöte 4′, Oktav 4′, Quinte 2 2/3′, Superoctav 2′, Mixtur-Mayor 2′, Mixtur-Minor 1 1/3′, Trompete 8′.
II. OBERWERK (C – f3) 54 TOETSEN: Liebl. Gedeckt 16′, Prinzipal minor 8′, Salizet 8′, Ital. Prinzipal 4′, Rohrflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Waldflöte 2′, Cornet 4′, Scharff 1′, Oboe 8′.
III. POSITIV (C – f3) 54 TOETSEN: Bourdon 8′, Quintade 8′, Prinzipal 4′, Oktav 2′, Larigot 1 1/3′, Sesquialtera 2 2/3′, Cimbel 1′, Krummhorn 8′.
PEDAL (C – f1) 30 TOETSEN: Prinzipalbass 16′, Subbass 16′, Bourdonbass 16′, Oktavbass 8′, Flötenbass 8′, Oktav 4′, Nachthorn 2′, Pedalmixtur 2 2/3′, Posaune 8′, Posaune 16′.
KOPPELINGEN: Hauptwerk – Pedal, Oberwerk – Pedal, Positiv – Pedal, Oberwerk – Hauptwerk, Positiv – Hauptwerk.
SPEELHULPEN: Freie Kombination, Pleno, Auslöser, Cresc. ein (Schwelltritt), Zungenabsteller general und einzeln.