Foto: Collectie Willemijn Hissink © 2011
In Aarau bouwde de firma Kuhn in 1962 een nieuw orgel in de oude hoofdwerkkas van Speisegger uit 1756. Dit instrument was het eerste orgel in de kerk sinds de reformatie. Het deed dienst tot 1890. In 1891 bouwde Friedrich Goll een nieuw orgel voor de kerk aan de westzijde. Van het oude orgel werd het rugpositief verwijderd, maar de hoofdkas bleef staan. Kuhn maakte een nieuw rugpositief in stijl bij deze kas. Het nieuwe orgel werd in gebruik genomen op 6 januari 1963. De toetstractuur van het sleepladen-orgel is mechanisch. De registertractuur is elektrisch.
Dispositie:
Hauptwerk: C – g3 Prästant 16′, Principal 8′, Rohrflöte 8′, Oktav 4′, Spitzflöte 4′, Oktav 2′, Mixtur Major 4 fach, Mixtur Minor 4 fach, Cornet 5 fach (from f°), Fagott 16′, Zinke 8′.
Rückpositiv: C – g3 Gedackt 8′, Quintatön 8′, Principal 4′, Rohrflöte 4′, Oktav 2′, Blockflöte 2′, Larigot 1 1/3′, Sesquialtera 2 fach, Mixtur 3-4 fach, Zimbel 4 fach, Rankett 16′, Krummhorn 8′, Musette 4′.
Schwellwerk: C – g3 Rohrflöte 16′, Principal 8′, Koppelflöte 8′, Salicional 8′, Voix Céleste 8′ – 2015, Oktav 4′, Hohlflöte 4′, Quinte 2 2/3′ (from c°), Waldflöte 2′, Terz 1 3/5′ (from c°), Mixtur 4-5 fach, Trompete 8′, Oboe 8′, Clairon 4′, Tremulant.
Brustwerk: C – g3 Holzgedackt 8′, Spitzgedackt 4′, Schwiegel 2′, Oktav 1′, Terzian 2 fach (1 3/5′ + 1 1/3′), Zimbel 3-4 fach, Regal 8′.
Pedal: C – f1 Untersatz 32′, Principalbass 16′, Subbass 16′, Principal 8′, Spitzflöte 8′, Oktav 4′, Flöte 4′, Nachthorn 2′, Rauschwerk 5 fach, Mixtur 5 fach, Posaune 16′, Sordun 16′, Trompete 8′, Dulcian 8′, Clairon 4′, Schalmei 4′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Schwellwerk, Hauptwerk – Brustwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Rückpositiv, Pedal – Schwellwerk, Pedal – Brustwerk.
Speelhulpen: 10.000 Setzercombinaties – 2015.