Foto’s: Bram Luteyn © 2019
- Het orgel in de Sankt Marienkirche te Bad Breisig (Rheinland-Pfalz) werd oorspronkelijk in de jaren 1755-1760 door Johann Friedrich Constabel en Ernst Berner gebouwd voor de Evangelische Kirche in Aurich in Ostfriesland. Hier werd het in 1956 vervangen door nieuwbouw. Het is in 1959-1960 overgeplaatst naar Bad Breisig door de firma Kreienbrink. Kreienbrink gebruikte voor het binnenwerk materiaal van het vorige orgel van de kerk in Niederbreisig, gebouwd in 1657 voor het Kloster Marienberg in Boppard, later verkocht aan de Sankt Martinskirche in Cochem, en 1817 in Breisig geplaatst. Kreienbrink breidde het orgel uit tot 25 registers.
- In de jaren 2011-2012 is een nieuw mechanisch sleepladen-orgel in de oude kassen geplaatst door Rowan West, dat beter past bij het barokke uiterlijk. Op 18 maart 2012 is het orgel gewijd.
Dispositie:
Hauptwerk: C – f3 Quintadhena 16′, Principal 8′, Rohrflöte 8′, Octave 4′, Spitzflöte 4′, Quinte 3′, Superoctave 2′, Cornet 3 fach, Mixtur 4 fach (1 1/3′), Trompete 8′, Vox Humana 8′.
Positiv: C – f3 Gedeckt 8′, Quintadhena 8′, Viola da Gamba 8′, Unda Maris 8′, Octave 4′, Flaut Travers 4′, Nasat 3′, Gemshorn 2′, Sesquialtera 2 fach, Scharff 4 fach (1′), Hoboy 8′.
Pedal: C – f1 Subbass 16′, Octavbass 8′, Octave 4′, Posaune 16′, Trompete 8′, Trompete 4′.
Couplers: Hauptwerk – Positiv – schuifkoppel, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Positiv.
Accessories: Bocktremulant.