De Evangelische Kirche in Broich (Nordrhein-Westfalen) werd gebouwd in 1900. De firma Sauer leverde het orgel, een tweeklaviers instrument 25 stemmen, pneumatische tractuur en kegelladen. Kerk en orgel werden op 17 maart 1901 in gebruik genomen. In 1910 is een windmotor geplaatst door de firma Faust. De frontpijpen moesten in 1917 worden ingeleverd. In 1918 zijn zinken exemplaren geplaatst. De dispositie is daarna ook gewijzigd. In 1935 werd de Trompete door Faust vervangen door een nieuw exemplaar, vervaardig door Giesecke. Na de Tweede Wereldoorlog werden echter de Gamba, Aeoline en Vox Coelestis verwijderd. Het pijpwerk werd gelukkig opgeslagen in de zwelkast. De Progressio werd gesplitst in meerdere registers. In 1976 voerde Karl Schuke een restauratie uit. Hierbij is de oorspronkelijke dispositie hersteld. Een jaar later is ook een nieuwe Trompete geplaatst, vervaardigd bij Giesecke volgens Sauer-factuur.
Dispositie:
Hauptwerk: Bordun 16′, Principal 8′, Gedackt 8′, Flöte 8′, Gamba 8′, Gemshorn 8′, Octave 4′, Rohrflöte 4′, Rauschquinte 2 fach, Cornett 3-4 fach, Trompete 8′ – 1977.
Schwellwerk: Lieblich Gedackt 16′, Principal Amabile 8′, Lieblich Gedackt 8′, Soloflöte 8′, Aeoline 8′, Vox Coelestis 8′, Fugara 4′, Traversflöte 4′, Progressio 2-3 fach.
Pedal: Principal 16′, Subbaß 16′, Principal 8′, Gedackt 8′, Posaune 16′.
Couplers: Hauptwerk – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Schwellwerk.
Accessories: 3 feste Kombinationen.