Foto’s: © jancoschout@solcon.nl
De dispositie van het Koch-orgel: (1955)
Hoofdwerk: (C-g3) Openfluit 8 Salicionaal 8 Prestant 4 |
Zwelwerk: (C-g3) Holpyp 8 Viola 8 (C-H in Holpyp) Fluit ged. 4 Nasard 2 2/3 Gemshoorn 2 Terts 1 3/5 |
Pedaal: (C-f1) Subbas 163 koppels: Hoofdwerk – Zwelwerk Pedaal – Hoofdwerk Pedaal – Zwelwerk Tremulant |