Enschede, Oosterkerk (Gereformeerd Vrijgemaakt)

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2014

Het mechanische sleepladen-orgel in de Oosterkerk in Enschede is gebouwd door Pels & van Leeuwen en in gebruik genomen op 27 juni 1969. Feike Asma heeft het instrument hierbij bespeeld. Hij was tevens als adviseur bij de bouw van het orgel betrokken.

Dispositie:

Hoofdwerk: Prestant 8′, Viola 8′, Roerfluit 8′, Octaaf 4′, Gedekte Fluit 4′, Superoctaaf 2′, Sesquialter III sterk (vanaf a), Mixtuur V sterk (2′), Trompet 8′, Tremulant.
Rugwerk: Holpijp 8′, Prestant 4′, Roerfluit 4′, Nasard 2 2/3′, Speelfluit 2′, Scherp IV sterk (1′), Dulciaan 8′, Tremulant.
Pedaal: Subbas 16′, Openfluit 8′, Octaaf 4′, Fagot 16′.
Couplers: Hoofdwerk – Rugwerk, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Rugwerk.

Samenstelling van de vulstemmen:

Compund stop Composition
Mixtuur V sterk (Hoofdwerk) C: 2′ – 1′ – 2/3′ – 1/2′ – 1/3′. c°: 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′ – 1/2′. c’: 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. c”: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′. c”’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′ – 1 1/3′.
Scherp IV sterk (Rugwerk) C: 1′ – 2/3′ – 1/2′ – 1/4′. Aìs°: 1′ – 2/3′ – 1/2′ – 1/3′. gìs°: 1 1/3′ – 1′ – 2/3′ – 1/2′. fis’: 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. e”: 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′. d”’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′.
Sesquialter III sterk (Hoofdwerk) a°: 2 2/3′ – 1 3/5′ – 1 1/3′.