Groningen, Der Aa-kerk, Bolswardorgel

Foto: Bram ten Cate © 2019

Behalve het Schnitgerorgel bevindt zich in de Der Aa-kerk nog het niet meer bespeelbare „Bolswardorgel“. Dit werd in 1634 voor de Broerekerk in Bolsward gebouwd door Anthonie Verbeeck. Verbeeck maakte gebruik van pijpwerk van een orgel, dat in 1539 vermoedelijk door Hermann Raphaëls Rodensteen als koororgel voor de Martinikerk in Bolsward gebouwd was. Verbeeck recyclede ook de orgelkas en breidde het orgel uit met een rugwerk. Het orgel had ongeveer 15 registers en deed in de Broerekerk dienst tot 1869. De situatie in de Broerekerk is weergegeven op een schilderij van Jan Jacob Schenkel (Wikimedia). In 1893 verhuisde het orgel naar de Bolswarder Martinikerk, waar het zonder binnenwerk in een museale opstelling in het koor van de kerk werd getoond. In 1967 belandde het orgel uiteindelijk in de Groningse Martinikerk, waar de restanten werden opgeslagen. Toen de Der Aa-kerk gerestaureerd werd, ontdekte men bevestigingsgaten voor een orgel in het zuidtransept. Daar moest dus een klein orgel geweest zijn. Op die plaats bevindt zich sinds 1991 het Bolswardorgel. Voorlopig is het slechts een orgelkas met de originele frontpijpen maar zonder binnenwerk, maar er zijn plannen om het Rodensteen/Verbeeckorgel te reconstrueren.

Dispositie:

Dispositie

midden 16e eeuw? Klavieromvang F G A-g2 a2

1635

Hoofdwerk: CDEFGA-c3 Prestant 8′ bas/discant, Holpijp 8′ bas/discant, Octaaf 4′, Octaaf 2′, Gemshoorn 2′, Sifflet 1′, Mixtuur bas/discant, Trompet 8′ bas/discant.
Rugwerk: CDEFGA-c3 Quintadeen 8′ bas/discant, Prestant 4′ bas/discant, Fluit 4′ bas/discant, Octaaf 2′ bas/discant, Sesquialter discant, Scherp bas/discant, Regaal 8′ bas/discant.
Pedaal: Aangehangen.
Koppelingen: Schuifkoppel Hoofdwerk-Rugwerk.