Hilversum, Sint Vituskerk, Hoofdorgel

Foto’s: Wim Verburg © 2004

Gebouwd door: Leonard van den Brink (1859)
Wijzigingen/restauraties: Maarschalkerweerd & Zoon (1892), Jos H. Vermeulen (1970)
Nadat de vorige kerk in 1854 vergroot was, kwam in 1859 Van den Brink-orgel als vervanging van het te kleine éénklaviers Meere-orgel. Misschien gebruikte Van den Brink nog een paar stemmen uit het vorige orgel voor het Bovenwerk.
Na de bouw in 1891/1892 van de huidige neogotische kerk naar ontwerp van P.J.H. Cuypers verhuisde Maarschalkerweerd het instrument in 1893 naar de nieuwe kerk. Daarbij werden verschillende stemmen vervangen door meer romantische registers. In 1920 plaatste Maarschalkerweerd het Bovenwerk naast het orgel in een zwelkast. De tractuur van dit werk werd pneumatisch. Alle registers van het oude Bovenwerk waren nu vervangen. In 1969-1970 werd het orgel gerestaureerd door de firma Jos Vermeulen. Adviseurs bij deze restauratie: dr. P.J. de Bruyn en Hans van der Harst. Het Zwelwerk werd geheel verwijderd. Vermeulen maakte een nieuw werk met de oude dispositie van het Bovenwerk met daarbij enkele vulstemmen. Dit werd als een Positief geplaatst onder het Hoofdwerk. Het orgel kreeg een plaats beneden in de kerk, in het transept op de kerkvloer. Vermeulen verving de door Maarschalkerweerd geplaatste pedaalstemmen door andere, terwijl het Pedaal nog een Schalmei 4′ kreeg. Het instrument is in augustus 1970 weer in gebruik genomen.

Dispositie:

Hoofdwerk:
Bourdon 16
Prestant 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Fluit 4
Quint 3
Octaaf 2
Mixtuur III-IV sterk
Cornet V sterk
Trompet 8

Onderpositief:
Gedekt 8
Quintadeen 8
Prestant 4
Roerfluit 4
Blokfluit 2
Sifflet 1
Sesquialter II sterk
Scherp III-IV sterk
Kromhoorn 8

Pedaal:
Prestant 16 (1970)
Subbas 16
Prestant 8
Gedekt 8
Octaaf 4
Bazuin 16 (1970)
Trompet 8
Schalmei 4 (1970)

3 koppels:
Hoofdwerk – Onderpositief
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Onderpositief