Foto: LP-hoes
Het front van dit orgel is in 1853 gemaakt door Gustaf Andersson. Het binnenwerk komt uit 1912 en is gebouwd door Åkerman & Lund. Het beschikt over een Barker-mechaniek en een mechanische vrije combinatie. In 1953 werd de dispositie door de firma E.A. Setterquist & Son gewijzigd. In 2005 is het sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en pneumatische registertractuur gerestaureerd door Tostareds Kyrkorgelfabrik, waarbij de wijzigingen uit 1953 ongedaan werden gemaakt. Eén register, de doorslaande Eufon, is afkomstig uit het in 1889 door Akerman & Lund gebouwde orgel van de Kristinekyrka te Alingsas.
Dispositie:
Manual I: C – g3 Principal 16′, Borduna 16′, Principal 8′, Dubbelflöjt 8′, Gamba 8′, Octava 4′, Kvinta 2 2/3′, Octava 2′, Kornett 4 kor, Trumpet 16′, Trumpet 8′.
Manual II: C – g3 Gedackt 16′, Principal 8′, Flûte Harmonique 8′, Dolce 8′ – 2005, Gemshorn 4′, Flûte Octaviante 4′, Rauschkvint 2 2/3′ + 2”, Corno 8′, Klarinett 8′.
Manual III (i svällare): C – g3 Fugara 16′, Bassetthorn 8′, Rörflöjt 8′, Violin 8′, Salicional 8′, Voix Céleste 8′ (vanaf c°), Gamba 4′, Ekoflöjt 4′, Piccolo 2′ – 2005, Eufon 8′ – 1889.
Pedal: C – f1 Kontrabas 32′ – akoestisch, Principal 16′, Violon 16′, Subbas 16′, Kvinta 10 2/3′, Violoncello 8′, Borduna 8′, Octava 4′, Kontrabasun 32′ – 2005, Basun 16′, Trumpet 8′.
Koppelingen: Manual I – Manual II, Manual I – Manual III, Manual II – Manual III, Pedal – Manual I, Pedal – Manual II, Pedal – Manual III, Manual I – Manual I 4′, Manual I – Manual II 16′, Manual I – Manual III 16′.
Speelhulpen: 2 fria kombinatione, 6 fasta kombinationer, Tutti, Registersvällare.