Landsberg am Lech, Stadtpfarrkirche Mariä-Himmelfahrt

Bron foto: LP-hoes

In 1688-1689 bouwde Jacob Weidtner een orgel voor de parochiekerk Maria Hemelvaart in Landsberg. Dit orgel kreeg een rijk versierde orgelkas. Dit orgel werd in de loop van de tijd verschillende keren ingrijpend gewijzigd en ook binnen in de kerk verplaatst. In 1826 kreeg het twee zij-positieven bij een verbouwing door Peter Paul Hörmüller. Hierna werd het nog verbouwd door Steinmeyer in 1894 (opus 516) en door Sandtner in 1959. Gerhard Schmid maakte in 1979-1983 een grotendeels nieuw binnenwerk met 79 registers verdeeld over vijf manualen en pedaal. Het kreeg sleepladen, mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur. Diverse stemmen werd overgenomen uit het oude werk. Het koororgel van de kerk, dat in 1849 gebouwd is door Peter Paul Hörmüller, is in 1983 door Schmid verbonden met het hoofdorgel, en kan nu ook bespeeld worden vanaf de hoofdspeeltafel. In de jaren 2001-2003 voerde Siegfried Schmid een revisie uit, waarbij de dispositie is verkleind. Op 19 september 2003 heeft Johannes Skudlik een concert gegeven op het vernieuwde orgel, dat daarmee weer in gebruik is genomen.

Dispositie:

Hauptwerk: Principal 16′ – 1894, Octave 8′, Nachthorngedackt 8′ – 1894, Gamba 8′ – 2003, Octave 4′, Rohrflöte 4′, Spitzquinte 2 2/3′, Octave 2′, Cornet 5 fach (8′) (vanaf g°) – 1894, Mixtur 5 fach (1 1/3′), Trompete 16′ – 2003, Trompete 8′ – 2003.
Süd-Positif: Principal 8′, Rohrflöte 8′ – 1959, Spitzflöte 4′, Octave 2′ – 2003, Quinte 1 1/3′ – 1959, Sesquialter 2 fach (2 2/3′) – 2003, Scharff 3 fach (1′), Trompete 8′ – 1959, Tremulant.
Nord-Positif: Gedeckt 8′ – 1959, Quintade 8′ – 1959, Principal 4′ – 1959, Waldflöte 2′ – 1959, Octave 1′ – 1959, Cymbel 3 fach (1/2′) – 1959, Cromorne 8′ – 2003, Tremulant.
Schwellwerk: Bourdon 16′, Geigenprincipal 8′ – 2003, Hohlflöte 8′ – 1894, Gamba 8′ – 2003, Voix Céleste 8′ – 2003, Principal 4′, Traversflöte 4′ – 1894, Nasat 2 2/3′, Octavin 2′ – 2003, Terz 1 3/5′, Plein Jeu 5 fach (2′), Basson 16′ – 2003, Trompette Harmonique 8′ – 2003, Hautbois 8′ – 2003, Voix Humaine 8′ – 2003, Clairon Harmonique 4′ – 2003, Tremulant.
Chamadenwerk (2003): Flûte Harmonique 8′, Chamade 16′, Chamade 8′, Tuba Mirabilis 8′, Chamade 4′.
Pedal: Untersatz 32′ – 2003, Principalbaß 16′ – 1894, Subbaß 16′ – 1894/1983, Quintbaß 10 2/3′ – 1894/1983, Octavbaß 8′ – 1894/1983, Gedecktbaß 8′ – 1894/1983, Choralbaß 4′ – 1959, Rauschbaß 4 fach (2 2/3′) – 1894, Bombarde 32′ – 1959, Bombarde 16′ – 2003, Trompete 8′ – 2003, Trompete 4′ – 2003.
Koppelingen: Hauptwerk – Süd-Positif, Hauptwerk – Süd-Positif Suboktavkoppel, Hauptwerk – Nord-Positif, Hauptwerk – Schwellwerk, Süd-Positif – Nord-Positif, Süd-Positif – Schwellwerk, Pedal – Hauptwerk, Pedal – Süd-Positif, Pedal – Nord-Positif, Pedal – Schwellwerk, Pedal – Chamadenwerk, Hauptwerk – Chamadenwerk, Süd-Positiv – Chamadenwerk, Nord-Positiv – Chamadenwerk, Schwellwerk – Chamadenwerk.
Speelhulpen: Schellencymbel, Glockencymbel, Glockenspiel, 4000-facher Setzer – 2003, Crescendo-Walze.