Nice, Église Saint-Etienne

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2018

  • In 1956 bouwde Paul Ott een nieuw sleepladen-orgel met mechanische toetstractuur en elektrische registertractuur voor de Klosterkirche te Loccum. Volgens de plannen zou het een drieklaviers orgel worden, maar bij de oplevering was het Rückpositiv nog niet geplaatst. Adviseurs bij de bouw waren Alfred Hoppe uit Verden, Rudolf Utermöhlen uit Hannover en Götz Wiese uit Loccum. In 1963 is het orgel voltooid door Paul Ott. Opvallend is het ontbreken van pedaalkoppels.
  • Het orgel is begin 2011 verkocht. Begin 2013 is in Loccum een nieuw orgel in gebruik genomen. Het orgel van Ott is in 2012 door François Delangue ongewijzigd, maar met opnieuw geschilderde orgelkassen, geplaatst in de Église Saint-Etienne in Nice.

Dispositie:

Hauptwerk: C – g3 Quintadena 16′, Prinzipal 8′, Rohrflöte 8′, Oktav 4′, Gemshorn 4′, Quinte 2 2/3′, Oktav 2′, Mixtur 6-8 fach, Terzzimbel 3 fach, Trompete 16′, Trompete 8′.
Rückpositiv: C – g3 Gedackt 8′, Prinzipal 4′, Blockflöte 4′, Oktave 2′, Gemshorn 2′, Quinte 1 1/3′, Sesquialtera 2 fach, Scharf 4-6 fach, Dulzian 8′, Tremulant.
Brustwerk: C – g3 Spitzgedackt 8′, Rohrflöte 4′, Nasat 2 2/3′, Waldflöte 2′, Oktav 1′, Terzian 2 fach, Zimbel 3 fach, Vox Humana 8′, Tremulant.
Pedal: C – f1 Prinzipal 16′, Subbaß 16′, Oktav 8′, Gedackt 8′, Oktav 4′, Gemsflöte 1′, Mixtur 4-5 fach, Baßzimbel 3 fach, Posaune 16′, Trompete 8′, Trompete 4′, Kornett 2′.
Koppelingen: Hauptwerk – Rückpositiv, Hauptwerk – Brustwerk.