Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2012
- Het orgel vindt haar oorsprong in de Hervormde Kerk te Midsland (Terschelling). Hier werd het door J.F. Kruse gebouwd en op 15 maart 1896 in gebruik genomen. In 1921 plaatste men in de kas van Kruse een nieuw pneumatisch instrument. Het binnenwerk werd door Bakker & Timmenga in 1923 in een nieuwe kas geplaatst in Nijemirdum. In 1943 plaatste dezelfde bouwer een Subbas 16′ op het pedaal.
- Een restauratie vond plaats in 1956 door J. Reil. Een tweede klavier werd gemaakt en er kwamen zes nieuwe registers bij (Mixtuur III-IV sterk, Quint 3′, Gedekt 8′, Quintadeen 8′, Nasard 2 2/3′ en Terts 1 3/5′).
- In 1981 restaureerde H. Dantuma het orgel, waarbij nieuwe metalen frontpijpen werden geplaatst. Een laatste restauratie door B.A.G. Orgelmakers werd in 1987 afgerond. Hierbij werd de dispositie gereduceerd, terwijl een nieuwe Mixtuur en een Tremulant werden geplaatst. Adviseur bij de werkzaamheden was Jan Zwanepol uit Kampen. Op 1 februari 1987 is het mechanische sleepladen-orgel weer in gebruik genomen.
Dispositie:
Manuaal I: C – f3 Prestant 8′, Holpijp 8′, Octaaf 4′, Quint 3′ – 1923/1987, Octaaf 2′, Mixtuur III sterk – 1987.
Manuaal II: C – f3 Roerfluit 8′ – 1956/1987, Fluit 4′, Woudfluit 2′, Sesquialter II sterk – 1956/1987.
Pedaal: C – d1 Subbas 16′ – 1943.
Couplers: Manuaalkoppel, Pedaal – Manuaal I.
Accessories: Tremulant – 1987.