Nijverdal, De Regenboog

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2011

In de Gereformeerde Kerk van Nijverdal nam men in 1912 een orgel van de firma Dekker uit Goes in gebruik. Dit orgel heeft gefunctioneerd tot 1955. In dat jaar plaatste Verweijs een drieklaviers elektro-pneumatisch kegelladen-orgel. Ondanks de omvang van het instrument was het verre van imponerend. De slechte akoestiek van de kerkruimte werkte ook niet mee. Vandaar dat rond 1980 een nieuw mechanisch sleepladen-orgel werd besteld bij de firma Mense Ruiter. Adviseur bij de bouw was Jan Jongepier. Wat de bouwstijl betreft werd aansluiting gezocht bij de Hollandse orgelbouw van rond 1800. Naast de orgelkas hebben de meubelmakers van Mense Ruiter ook een nieuwe kansel, nieuwe psalmborden, deuren, een nieuw doopvont en een nieuwe tafel gemaakt. Hierdoor werd het één geheel. Op Pinksterzaterdag 1984 (9 juni) is het orgel officieel in gebruik genomen. Jan Jongepier bespeelde het instrument bij deze gelegenheid.

Dispositie:

Hoofdwerk:
Prestant 16′ (discant)
Bourdon 16′
Prestant 8′
Roerfluit 8′
Quint 6′ (discant)
Octaaf 4′
Gemshoorn 4′
Quint 3′
Octaaf 2′
Mixtuur IV-V-VI sterk (gedeeld)
Tertiaan II sterk (gedeeld)
Cornet IV sterk (discant)
Trompet 8′ (gedeeld)

Bovenwerk:
Prestant 8′
Fluit Travers 8′ (discant)
Viola di Gamba 8′ – C-H gecombineerd met Fluit Doux
Fluit Doux 8′ (gedeeld)
Octaaf 4′
Fluit d’Amour 4′
Quintfluit 3′
Gemshoorn 2′
Flageolet 1′
Sexquialter II sterk (discant)
Dulciaan 8′
Tremulant

Pedaal:
Subbas 16′
Octaaf 8′
Holpijp 8′ – C-f gecombineerd met Subbas
Octaaf 4′
Bazuin 16′
Trompet 8′

Koppelingen:
Hoofdwerk – Bovenwerk
Pedaal – Hoofdwerk
Pedaal – Bovenwerk

Vulstem Samenstelling
Mixtuur IV-V-VI sterk (Hoofdwerk) C: 2′ – 1 1/3′ – 1′ – 2/3′. c°: 2 2/3′ – 2′ – 1 1/3′ – 1′. c’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′ – 1 1/3′. f”: 4′ – 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′ – 1 1/3′. c”’: 4′ – 4′ – 2 2/3′ – 2 2/3′ – 2′ – 2′.
Cornet IV sterk discant (Hoofdwerk) c’: 4′ – 2 2/3′ – 2′ – 1 3/5′.
Tertiaan II sterk (Hoofdwerk) C: 1 3/5′ – 1 1/3′. c’: 3 1/5′ – 2 2/3′.
Sesquialter II sterk discant (Bovenwerk) c’: 2 2/3′ – 1 3/5′.