Noorddijk, Stefanuskerk

Foto’s: Willemijn Hissink © 2012

Het door Petrus van Oeckelen gebouwde orgel in de kerk van Noorddijk is op 17 juli 1864 ingespeeld door S.W. Trip. Doordat de kerk erg laag is, kon er geen echt Bovenwerk worden gebouwd. Het is dan ook achter het Hoofdwerk opgesteld, boven het balgenhuis. Op de windlade van het Bovenwerk ontbreekt een register. Vermoedelijk was deze sleep bestemd voor de Prestant 8′ van het front, maar door de opstelling is er geen front voor het Bovenwerk gemaakt. Waarschijnlijk was het orgel al gereed voordat een bestemming was gevonden, en is het eenvoudig aangepast aan de kerk. Het Bovenwerk werd achter het Hoofdwerk geplaatst. Het interieur van de kerk is grotendeels negentiende eeuws. Het plafond is in 1889 verlaagd. Hierdoor was er nog minder ruimte voor het orgel. De ornamenten die op de zijtorens stonden werden er nu naast geplaatst. De middentoren steekt zelfs door een uitsparing in het plafond. Het orgel is verschillende keren gereviseerd, maar nooit gewijzigd. In 1937 werd een windmotor geplaatst. In 1997 is het kerkgebouw gerestaureerd. Het orgel werd in 2005/2006 door Mense Ruiter gerestaureerd. Adviseur bij de restauratie was Stef Tuinstra. Naast technisch herstel is ook de orgelkas gerestaureerd en opnieuw geschilderd. Op de lege sleep van het Bovenwerk plaatste men een Clarinet 8′, gemaakt door Van Oeckelen in 1860 voor het Freytag-orgel te Oostwold. Op 20 oktober 2006 nam men het orgel weer in gebruik. Het sleepladen-orgel is geheel mechanisch en heeft een evenredig zwevende stemming. De winddruk is 76 mm waterkolom.

Dispositie:

Hoofdwerk: C – g3 Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Octaaf 4′, Fluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′, Mixtuur III-V sterk (2′) (gedeeld), Trompet 8′ (gedeeld).
Bovenwerk: C – g3 Fluittravers 8′ (discant), Holfluit 8′, Viola di Gamba 8′, Salicionaal 8′, Nachthoorn 4′, Woudfluit 2′, Clarinet 8′ – 1860.
Pedaal: C – d1 Aangehangen.
Koppelingen: Manuaalkoppel (gedeeld)
Speelhulpen: Afsluiting Hoofdwerk, Afsluiting Bovenwerk, Windlosser.