Łódź, Oud-Katholieke Kerk

Foto’s: Michiel van ’t Einde © 2013

In 1893 bouwde Jan Proper een nieuw mechanisch sleepladen-orgel voor de Gereformeerde Zuiderkerk, met twee klavieren en aangehangen pedaal. In 1951 werd het orgel door Reil uitgebreid, en voegde deze firma een vrij pedaal toe. De dispositie is hierbij gewijzigd, de kas werd dieper gemaakt en de mechanieken zijn gedeeltelijk vernieuwd. Op 30 november 1951 werd het instrument weer in gebruik genomen met een bespeling door dhr. J.W. Boeijenga. In 1977 is het orgel door de firma Reil  gerestaureerd. Klaas Bolt was toen de adviseur. Het Bovenwerk is hierbij als dwarswerk geplaatst. In 2001 is er opnieuw door Reil aan het orgel gewerkt. Hierbij werd de intonatie herzien en de winddruk verhoogd. In 2021 is de kerk gesloten. Het orgel is geschonken aan de Oud Katholieke Kerk in Łódź (Województwo Łódzkiego). Op 19 juli 2021 is begonnen met de demontage van het orgel in Sneek door de firma Reil uit Heerde. Daarna zal het door Poolse orgelbouwers in Łódź geplaatst worden.

Dispositie:

Hoofdwerk: Bourdon 16′ – 1893/1977, Prestant 8′, Holpijp 8′, Octaaf 4′, Speelfluit 4′, Quint 2 2/3′, Superoctaaf 2′, Cornet IV sterk (discant), Mixtuur III-V sterk (1 1/3′) – 1951, Trompet 8′ (gedeeld).
Bovenwerk: Fluit Dolce 8′, Viola di Gamba8′, Prestant 4′ – 1951, Open Fluit 4′, Blokfluit 2′ – 1951, Sexquialtera II sterk – 1951, Dulciaan 8′ – 1951, Tremulant – 1951.
Pedaal: Bourdon 16′ – 1977, Octaaf 8′ – 1951, Gedekt 8′ – 1951, Octaaf 4′ – 1951, Fagot 16′ – 1951.
Koppelingen: Manuaalkoppel, Pedaal – Hoofdwerk, Pedaal – Bovenwerk.