Stockholm, Deutsche Sankt-Gertrudis-Kirche (Tyska Kyrka), ‘Düben-Orgel’

Foto’s: Bram Luteyn © 2019

In de Duitse Gertrudiskerk (Tyska Kyrka) te Stockholm (Stockholms län) heeft tot 1779 een orgel gestaan, dat in 1609 was gebouwd door Paul Müller uit Spandau, het werd in verschillende fasen vergroot en uitgebreid. Een belangrijke stimulans hierbij was de organist Andreas Düben, een leerling van Sweelinck, die in 1625 organist in de kerk was geworden. Diens zoon Gustaf, eveneens organist van de kerk, noteerde in 1684 de dispositie en enkele bijzonderheden. In 1779 is het instrument verkocht aan de kerk van Övertorneå in het noorden van Zweden. Na onderzoek aan dit orgel vanuit het conservatorium te Piteå en de technische universiteit te Luleå, besloot men een nieuw orgel te bouwen in de kerk van Norrfjärden bij Piteå volgens de historische opzet van het orgel uit Övertorneå, zoals het in 1684 geweest was. De firma Grönlund Orgelbyggeri uit Gammelstad heeft de opdracht uitgevoerd, die in 1997 resulteerde in de ingebruikname van een nieuw mechanisch sleepladen-orgel in historische stijl. Het kerkbestuur van de Gertrudis-Kirche had hierna interesse in dit orgel gekregen en gaf de opdracht aan Grönlund om voor hun kerk een exacte kopie van het oorspronkelijke instrument te maken, dat een plaats heeft gekregen op de oorspronkelijke locatie aan de westzijde van de kerk. Dit mechanisch sleepladen-orgel werd op 9 mei 2004 in gebruik genomen waarbij Harald Vogel, Michael Dierks en Hans-Ola Ericsson een concert gaven. Uitgangspunt bij de bouw was de dispositie uit 1684. De stemmingstemperatuur is middentoon en de winddruk is 58 mm.

Dispositie:

Hauptwerck: CDEF-c3,dis3 Quintadöne 16′, Principal 8′, Grosse Spielflöte 8′, Gedacte 8′, Grosse Octave 4′, Spitzflöte 4′, Quinta 3′ – vanaf c dubbelkorig, Super Octava 2′ – vanaf c dubbelkorig, Mixtur 6 fach, Schnarrverck 16′, Trommeten 8′.
Rückpositieff: CDEF-c3,dis3 Flött 8′, Principal 4′, Flött 4′, Super Octava 2′, Walt Flött 2′, Sexquealtra 2 fach, Cimball 3 fach, Dulcian 16′, Krumbhorn 8′, Geigen Regal 8′. Oberwerck: Quintadena 8′, Zapf Flöite 4′, Nassat 3′, Octava 2′, Spitzquinte 1 1/2′, Cimball 2 fach, Schalmey 8′.
Brustwerck: CDEF-c3,dis3 Regal 8′.
Pedal: CDEFG-d’dis’ Sub Bass 16′, Gedackter Bass 8′, Octava Bass 8′, Posaunen Bass 16′, Trommeten Bass 8′, Dulcian Bass 8′, Corneten Bass 4′.
Other stops: Vogelgesang, Stern.
Couplers: Hauptwerck – Rückpositieff, Pedal – Hauptwerck, Pedal – Rückpositieff. Accessories: Tremulant